Translation of "D'envoyer" in Dutch

N'oublie pas d'envoyer cette lettre.

Vergeet deze brief niet te versturen.

Rappelle-moi d'envoyer le rapport demain s'il te plait.

- Herinner mij het rapport morgen op te sturen alstublieft.
- Herinner mij eraan het rapport morgen op te sturen.

Vous n'oubliez jamais d'envoyer un cadeau d'anniversaire à votre mère.

- Jullie vergeten nooit een verjaardagscadeau te sturen naar jullie moeder.
- U vergeet nooit een verjaardagsgeschenk te sturen naar uw moeder.

Tom a oublié d'envoyer une carte de Noël à Marie.

Tom vergat Maria een kerstkaart te sturen.

J'ai cessé d'envoyer des cartes de Noël il y a quelques années.

Ik ben een paar jaar geleden gestopt met het sturen van kerstkaarten.

J'ai cessé d'envoyer des cartes de Noël il y a trois ans.

Ik ben drie jaar geleden gestopt met het sturen van kerstkaarten.

- Rappelle-moi de poster le rapport demain s'il te plait.
- Rappelle-moi d'envoyer le rapport demain s'il te plait.

Herinner mij het rapport morgen op te sturen alstublieft.