Examples of using "Mère" in a sentence and their dutch translations:
Welterusten, moeder.
Luister naar je moeder!
Ik hou van mijn moeder.
Neuk je moeder.
Is dat jouw mama?
Zijn moeder spreekt Italiaans.
- Wie helpt uw moeder?
- Wie helpt je moeder?
Mijn moeder is de zus van hun moeder.
Neuk je moeder, slet.
Mijn moeder heeft me gebeld.
Ik ken je moeder.
Je moeder is hier.
Ik hou van mijn moeder.
- Zijn moeder roept je.
- Zijn moeder belt je.
Ik wacht op mijn moeder.
De moeder naait.
- Mijn moeder huilde.
- Mijn moeder was aan het huilen.
M'n moeder is aan het bidden.
- Bel je moeder!
- Roep je moeder!
Bel je moeder.
- Betty vermoordde haar moeder.
- Betty heeft haar moeder gedood.
- Mijn moeder is woest.
- Mijn moeder is woedend.
Mijn moeder is boos.
- Hou je van je moeder?
- Houdt u van uw moeder?
Je zou naar je moeder moeten luisteren.
- Je doet me denken aan je moeder.
- U doet me denken aan uw moeder.
Mijn moeder is gek op muziek.
Ik zou graag jouw moeder willen zien.
- Is je moeder thuis?
- Is je mama thuis?
- Is jouw moeder thuis?
- Is je moeder thuis?
- Is je mama thuis?
- Is jouw moeder thuis?
De moeder was uitgeblust.
Mijn moeder kookt goed.
- Is dat je moeder?
- Is zij jullie moeder?
Mijn moeder is mooi.
Mijn moeder is een lerares.
- Mijn moeder spreekt traag.
- Mijn moeder spreekt langzaam.
Zo moeder, zo dochter.
Ik hou erg van mijn grootmoeder.
Alice is mijn moeder.
Mijn moeder is gek.
Waar is mijn moeder?
Haar moeder spreekt Italiaans.
Mijn moeder is Grieks.
Mijn moeder was een alcoholist.
Mijn moeder was woedend.
Zijn moeder had gelijk.
Hou je van je moeder?
Hij troost zijn moeder.
We wachten op onze moeder.
Mijn moeder is een gekke vrouw.
Ik moet mijn moeder helpen.
Moeder maakte ons middageten klaar.
- Hij vroeg mijn moeder.
- Hij heeft mijn moeder gevraagd.
Mijn moeder deed niets dan huilen.
- Is je moeder thuis?
- Is je mama thuis?
- Is jouw moeder thuis?
Mijn moeder is in de keuken.
Hoe gaat het met jullie moeder?
Kan je moeder autorijden?
- Ge ziet er helemaal uit als uw moeder.
- Je lijkt sprekend op je moeder.
Mijn moeder is in de keuken.
Ze zag haar moeder nooit meer terug.