Examples of using "Carte" in a sentence and their dutch translations:
Kies een kaart.
Kies een kaart.
Kies een kaart.
Ik heb een plattegrond nodig.
Hij liet zijn kaart zien.
Dit is mijn identiteitsbewijs.
Dit is een kaart.
Hij stuurde me een verjaardagskaart.
- Heeft u een kredietkaart?
- Heb je een creditcard?
- Heeft u een creditcard?
- Kunt u voor mij een kaart tekenen?
- Kun jij een kaart voor me tekenen?
- Heeft u een kredietkaart?
- Heeft u een creditcard?
Ik betaal met mijn Visa-kaart
Stuur mij een postkaart.
We hebben een kaart nodig.
- Hij betaalt met een bankkaart.
- Hij betaalt met een pinpas.
Kijk naar de wereldkaart.
Zou ik het menu kunnen zien, alsjeblieft?
Ik wil betalen met een kredietkaart.
Mijn ouders hebben me een ansichtkaart gestuurd.
Kun jij een kaart voor me tekenen?
- U zult merken dat deze kaart erg handig is.
- Je zult deze kaart erg handig vinden.
Hij maakt een plattegrond van de horizon...
Ik heb mijn identiteitskaart vergeten mee te brengen.
- Heeft u een kredietkaart?
- Heeft u een creditcard?
Georgo heeft mij een verjaardagskaart gestuurd.
Hij betaalt met een kredietkaart.
De kaart hangt aan de muur.
Vergeet je collegekaart niet mee te nemen.
Heeft u een klantenkaart?
Hier uw kaart met de afspraak.
Bedankt voor uw mooie prentbriefkaart.
Hier is een grote kaart van Duitsland.
Tom heeft een schatkaart.
Mag ik pinnen?
Tom heeft geen creditcard.
- Kan ik met een creditcard betalen?
- Kan ik via creditcard betalen?
Mijn ouders hebben me een ansichtkaart gestuurd.
Laat me je ziektekostenpolis zien.
Alstublieft, hier is mijn visitekaartje.
Tom heeft geen creditcard.
Gisteren avond heeft mijn grafische kaart de geest gegeven.
Kunt u mij uw instapkaart laten zien?
Uw kredietkaart alstublieft.
Ik wil betalen met een kredietkaart.
Deze kaart heet de 'Mercator projectie'.
Hoe gebruikt men die kaart?
Ik heb de stad op de kaart gevonden.
Kun je me dat op de kaart laten zien?
Heb je hem al een kerstkaart gestuurd?
Toon mij op de kaart waar Puerto Rico ligt.
Waar kan ik een kaart van Europa verkrijgen?
- Er hangt een kaart aan de muur.
- Aan de muur hangt een kaart.
Een kaart helpt ons bij de studie van de aardrijkskunde.
Alstublieft, hier is mijn visitekaartje.
Ik had niet eens een kaartje ontvangen.
Ik bel om te zeggen dat ik mijn kredietkaart verloren heb.
Hij bestudeerde de kaart om een binnenweg te vinden.
- U zult merken dat deze kaart erg handig is.
- Je zult deze kaart erg handig vinden.
- Tom stuurt me elk jaar een kerstkaart.
- Tom stuurt me elk jaar een kerstkaartje.
- Met kaart, alstublieft.
- Met creditcard, alstublieft.
- Heb je Tom al een kerstkaart gestuurd?
- Hebt u Tom al een kerstkaart gestuurd?
- Hebben jullie Tom al een kerstkaart gestuurd?
- Ik heb mijn kredietkaart thuis vergeten.
- Ik heb mijn creditcard thuis vergeten.
De dikke lijnen op de kaart zijn wegen.
Mag ik uw instapkaart zien?
De blauwe lijnen op de kaart stellen rivieren voor.
Ik heb een plattegrond nodig.
Laten we Tom dit jaar een kerstkaart sturen.
- Tom stuurde Maria een kerstkaart.
- Tom heeft Maria een kerstkaart gestuurd.
- Ik stuur Tom elk jaar een kerstkaart.
- Ik stuur Tom elk jaar een kerstkaartje.