Translation of "Cartes" in Dutch

Jouons aux cartes.

Laten we kaart spelen.

Rendez-moi mes cartes !

Geef me mijn kaarten terug!

Tes cartes sont abîmées.

Je kaarten zijn beschadigd.

Distribuez-nous les cartes.

Deel de kaarten uit.

- Vous acceptez les cartes de crédit ?
- Acceptez-vous les cartes de crédits ?
- Vous acceptez des cartes de crédit ?

Accepteert u creditcards?

- Nous acceptons les cartes de crédit.
- Nous prenons les cartes de crédit.

Wij aanvaarden kredietkaarten.

Je collectionne les cartes postales.

Ik verzamel postkaarten.

Acceptez-vous les cartes Visa ?

Aanvaardt ge een Visa-kaart?

Tom aime les cartes routières.

Tom houdt van kaarten.

Il aime jouer aux cartes.

Hij kaart graag.

Beaucoup de cartes d'anniversaire arriveront bientôt.

Veel verjaardagskaarten zullen binnenkort arriveren.

Nous prenons les cartes de crédit.

- Wij nemen kredietkaarten aan.
- Wij aanvaarden kredietkaarten.

C'est amusant de jouer aux cartes.

Kaartspelletjes zijn leuk.

- Envoyez-vous des cartes de Noël cette année ?
- Envois-tu des cartes de Noël cette année ?

- Stuur je dit jaar kerstkaarten?
- Stuurt u dit jaar kerstkaarten?
- Sturen jullie dit jaar kerstkaarten?

- Combien de cartes de Noël avez-vous envoyées ?
- Combien de cartes de Noël as-tu envoyées ?

- Hoeveel kerstkaarten heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verstuurd?

« Nous aimons jouer aux cartes. » « Moi aussi. »

"Ik ben gek op kaarten." "Ik ook."

Nous jouons souvent aux cartes, le dimanche.

Op zondag spelen we dikwijls kaart.

Jouer aux cartes est un passe-temps populaire.

Kaarten is een populair tijdverdrijf.

« J'ai envie de jouer aux cartes. » « Moi aussi. »

"Ik heb zin om te kaarten." "Ik ook."

J'ai utilisé des cartes lors de mon voyage.

Ik maakte gebruik van kaarten tijdens mijn reis.

Envois-tu des cartes de Noël cette année ?

Stuur je dit jaar kerstkaarten?

- Combien de cartes de Noël avez-vous reçues l'année dernière ?
- Combien de cartes de Noël as-tu reçues l'année dernière ?

- Hoeveel kerstkaarten heb je vorig jaar ontvangen?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u vorig jaar ontvangen?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie vorig jaar ontvangen?

- Combien de cartes de Noël avez-vous envoyées l'année dernière ?
- Combien de cartes de Noël as-tu envoyées l'année dernière ?

- Hoeveel kerstkaarten heb je vorig jaar gestuurd?
- Hoeveel kerstkaarten hebt u vorig jaar gestuurd?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie vorig jaar gestuurd?

Est-ce que vous acceptez les cartes de crédit ?

- Accepteert u creditcards?
- Accepteer je creditcards?

Ils mangent des graines de tournesol en jouant aux cartes.

Ze eten zonnebloempitten onder het kaarten.

Ils étaient assis autour de la table, jouant aux cartes.

Ze zaten om de tafel te kaarten.

Ils s'assirent autour de la table pour jouer aux cartes.

Ze gingen aan tafel zitten om te kaarten.

Combien de cartes de Noël avez-vous reçues l'année dernière ?

- Hoeveel kerstkaarten heb je vorig jaar ontvangen?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u vorig jaar ontvangen?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie vorig jaar ontvangen?

Tom et Marie s'envoient des cartes de Noël chaque année.

Tom en Maria sturen elkaar elk jaar kerstkaarten.

Chaque année, Tom confectionne ses propres cartes de Noël originales.

Tom maakt elk jaar zijn eigen originele kerstkaarten.

Je n'ai pas envoyé de cartes de Noël cette année.

Ik heb dit jaar geen kerstkaarten gestuurd.

Combien de cartes de Noël as-tu reçues l'année dernière ?

Hoeveel kerstkaarten heb je vorig jaar ontvangen?

Tom a envoyé des cartes de Noël à tous ses amis.

Tom stuurde al zijn vrienden kerstkaarten.

J'ai cessé d'envoyer des cartes de Noël il y a quelques années.

Ik ben een paar jaar geleden gestopt met het sturen van kerstkaarten.

Place le jeu de cartes sur la table en bois de chêne.

- Plaats het spel kaarten op de eiken tafel.
- Leg het spel kaarten op de eiken tafel.

J'ai cessé d'envoyer des cartes de Noël il y a trois ans.

Ik ben drie jaar geleden gestopt met het sturen van kerstkaarten.

- C'est à qui de distribuer ?
- À qui le tour de donner les cartes ?

Wiens beurt is het om de kaarten te delen?

On ne peut pas envoyer des cartes de Noël à tout le monde.

- Je kunt niet iedereen kerstkaarten sturen.
- U kunt niet iedereen kerstkaarten sturen.
- Jullie kunnen niet iedereen kerstkaarten sturen.

C’était un homme indolent, qui ne vivait que pour manger, boire et jouer aux cartes.

Hij was een luiaard, die enkel leefde om te eten, te drinken, en kaart te spelen.

Aux États-Unis, les cartes de Noël avec des photos de famille sont très populaires.

In de Verenigde Staten zijn kerstkaarten met familiefoto's populair.

Je n'ai pas utilisé Anki pendant une semaine et maintenant j'ai cinq cents cartes en retard.

Ik heb Anki een week niet gebruikt en nu lig ik 500 flitskaarten achter.

Je n'ai pas de collection de timbres, mais j'ai une collection de cartes postales du Japon que je pourrais prendre comme excuse pour l'inviter chez moi.

Ik heb geen postzegelverzameling, maar ik heb een verzameling van Japanse prentkaarten, die ik als voorwendsel kan gebruiken om haar bij mij uit te nodigen.