Examples of using "Lettre" in a sentence and their dutch translations:
- Mail deze brief.
- Stuur deze brief.
Lees de brief.
Bedankt voor je brief!
Ik ga een brief schrijven.
- Ik heb je brief ontvangen.
- Ik heb uw brief ontvangen.
- Ik heb jullie brief ontvangen.
Bedankt voor je brief!
Lees gewoon de brief.
Ik schrijf een brief.
Stuur deze brief.
Stuur deze brief.
Lees de brief.
Lees de brief.
Tom las de brief.
- Hier is een brief voor jou.
- Hier is een brief voor u.
Snel opende ze de brief.
- Je brief maakte me gelukkig.
- Je brief heeft me gelukkig gemaakt.
Heb je haar brief gekregen?
- Ik schrijf een brief.
- Ik ben een brief aan het schrijven.
Heeft u de brief ontvangen?
- Ik heb gisteren je brief gekregen.
- Ik heb gisteren uw brief gekregen.
Ik heb haar brief gisteren ontvangen.
Hier is een brief voor jou.
Ik heb haar brief gisteren ontvangen.
- Ik zal morgen een brief schrijven.
- Ik ga morgen een brief schrijven.
Lees gewoon de brief.
De brief zal morgen aankomen.
Het was een lange brief.
Hij zal een brief schrijven.
Ik verwacht een brief van haar.
Ik heb een brief geschreven.
Hij schrijft een brief.
Ik heb een brief gelezen.
We zullen een brief schrijven.
Tom schrijft een brief.
Bedankt voor je brief!
Het is een belangrijke brief.
- Ik zal een brief naar je sturen.
- Ik stuur je wel een brief.
Lees gewoon de brief.
Hier is een brief voor je.
De brief was met de hand geschreven.
- Ik heb zojuist jouw brief ontvangen.
- Ik heb zojuist uw brief ontvangen.
Meneer de directeur is een brief aan het schrijven.
- Ze weende terwijl ze de brief las.
- Zij huilde bij het lezen van de brief.
Gisteren heeft hij een brief geschreven.
Schrijven ze een brief?
Vergeet niet de brief op de post te doen.
Vergeet niet de brief op de post te doen.
Ik heb gisteren uw brief gekregen.
Bedankt voor je brief.
Ik moet een brief schrijven.
Ik heb een brief van haar ontvangen.
Waar gaat de brief over?
Ze is nu een brief aan het schrijven.
Heb je mijn brief gekregen?
Wie heeft een brief geschreven?
Hier is een brief voor jou.
De brief is in de envelop.
Heb je haar brief gekregen?
Het is een heel vreemde brief.
Hij heeft een brief geschreven.
Snel opende ze de brief.
Hebben ze een brief geschreven?
Ik heb gisteren je brief gekregen.