Examples of using "Souffrir" in a sentence and their dutch translations:
Leven is lijden.
Mijn kies deed ongelooflijk zeer.
Wie mooi wil wezen, moet pijn lijden.
Een enkel woord kan iemand beschadigen.
Het is het lot van de mens om te lijden.
Hij praatte over haar ziekte.
Vreselijk! Zo iemand kan ik niet uitstaan!
Ik kan er niet tegen dieren te zien lijden.
Veel van hen hebben trauma's opgelopen in hun levens,
Een echte Duitse man kan geen Fransman verdragen, maar toch drinkt hij graag zijn wijnen.
Het is het lot van de mens om te lijden.
Maak je boekentas a.u.b. wat lichter, haar gewicht zal je schouder doen lijden.
- Mijn hoofd doet geen pijn meer.
- Mijn koppijn is over.
Kermis is een geseling waard.