Examples of using "être" in a sentence and their dutch translations:
Ik geef toe dat ik niet opgelet heb.
- Je moet voorzichtig zijn.
- U moet voorzichtig zijn.
- Jullie moeten voorzichtig zijn.
- Je gaat jaloers zijn.
- Je zult jaloers zijn.
Ik zou nu graag alleen zijn.
- Ik wenste dat ik rijk was.
- Ik zou rijk willen zijn.
- Was ik maar rijk.
- Je moet voorzichtig zijn.
- U moet voorzichtig zijn.
Het zou kunnen.
Misschien niet.
Ik zou rijk willen zijn.
Ik zou nu graag alleen zijn.
Dit wordt geweldig.
- Misschien slaag je.
- Misschien zal je slagen.
- Misschien zal het je lukken.
Ze moeten worden gevonden en vernietigd.
Ik zou nu graag alleen zijn.
Zou je stil kunnen zijn?
Ik ben liever alleen.
Wil je rijk zijn?
- Je zou daar moeten zijn.
- U zou daar moeten zijn.
- Jullie zouden daar moeten zijn.
- Ben je graag alleen?
- Bent u graag alleen?
- Zijn of niet zijn, daar gaat het om.
- Zijn of niet zijn, dat is de vraag.
Misschien gaat het regenen.
Ik haat het om gefotografeerd te worden.
Moeten wij ons zorgen maken?
- Misschien slaag je.
- Misschien zal je slagen.
- Misschien zal het je lukken.
- U zou beter wat voorzichtiger zijn.
- Je moet voorzichtiger zijn.
Het kan waar zijn of niet.
U zou beter wat voorzichtiger zijn.
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
Alsof misschien, slechts misschien,
en waar je van moet genieten.
Misschien af en toe.
onttrokken aan het zicht.
Of niet.
Ik zou willen miljonair zijn.
Ik zou graag Picasso zijn.
Ik wil graag leraar worden.
Ik ben graag alleen.
Hm, misschien!
- Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie.
- Zijn of niet zijn, daar gaat het om.
- Zijn of niet zijn, dat is de vraag.
- Volwassen is beter.
- Rijp is beter.
Misschien komt hij.
Tom houdt van buiten zijn.
Misschien is er niets veranderd, misschien een heleboel.
- Misschien hebt ge gelijk.
- Misschien heb je gelijk.
- Misschien heb je wel gelijk.
Misschien heb je gelijk.
Misschien is het waar.
- Dat kan niet waar zijn.
- Dit kan onmogelijk waar zijn.
- Dit kan niet kloppen.
- Dat kan niet kloppen.
- Het kan niet waar zijn.
- Dat kan niet waar zijn.
Dat kan niet waar zijn.
Als er meer van zulke plekken beschermd kunnen worden, zet dat misschien door.
- Waarom wil je dokter worden?
- Waarom wilt u dokter worden?
- Misschien was hij ziek.
- Hij was misschien ziek.
Hij voelde dat hij opgetild werd.
Misschien heb je gelijk.
Ik wil alleen maar anders zijn.
Men moet niet dwingen te leren. Leren moet men aanmoedigen.
Het kan een fout zijn.
Misschien komt ze morgen.
Ik wil geen stumper zijn, ik wil cool zijn!!
Dat moeten wel Amerikanen zijn.
Het zou kunnen dat je hem gaat ontmoeten.
Ik wil bij u zijn.
U zou beter wat voorzichtiger zijn.
- Misschien had je gelijk.
- Misschien had je toch gelijk.
Ik wil gelukkiger zijn.
Ik wil alleen maar gelukkig zijn.
- Misschien heb je gelijk.
- Misschien heb je wel gelijk.
Wij moeten altijd klaar zijn.
Ik wil betaald worden.
- Vanaf nu moet je voorzichter zijn.
- Je moet vanaf nu voorzichtiger zijn.
Het kan niet waar zijn.
Dat kan niet waar zijn.