Translation of "Dizia" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Dizia" in a sentence and their dutch translations:

E como vovó já dizia:

Maar zoals mijn oma altijd zei:

- Tom disse isso.
- Tom dizia isso.

Tom zei dat.

Tom mal conseguia entender o que dizia Mary.

Tom kon nauwelijks verstaan wat Mary zei.

Como eu dizia, vi uma cadeia montanhosa a oeste,

Toen ik invloog zag ik een bergrug in het westen...

Tem a ver com algo que minha avó dizia:

komt het neer op iets dat mijn oma altijd zei:

Ela frequentemente dizia que ele era o amor da sua vida.

Ze heeft vaak gezegd dat hij de liefde van haar leven was.

O brinquedo trazia uma placa que dizia: "Não aconselhável para menores de 16 anos".

Op het speelgoed zat een label met de tekst: "Niet geschikt voor kinderen onder 16 jaar".

E, naquela altura, dizia-se: "Não há nenhum golpe de estado na América porque não têm nenhuma embaixada americana."

Toen werd er gezegd: 'Er is geen staatsgreep in Amerika... ...omdat ze geen Amerikaanse ambassade hebben.'

A discrepância entre as histórias de ambas partes envolvidas no acidente foi tão grande, que as autoridades tiveram dificuldade em decidir qual lado dizia a verdade.

Het verschil tussen de verklaringen van de twee bij het ongeluk betrokken partijen was zo groot dat de autoriteiten het moeilijk vonden om te bepalen welke partij de waarheid vertelde.