Examples of using "Tem" in a sentence and their dutch translations:
U heeft geen echtgenote, toch?
Je hebt gelijk.
- Weet je het zeker?
- Zijt ge zeker?
- Ben je zeker?
Ge hebt een hond, nietwaar?
Hij heeft lef.
Maria heeft een paar tatoeages, toch?
Heeft u lucifers?
Is er nog suiker?
Is er brood?
Wie heeft het?
Is daar water?
Het is logisch.
Is er ketchup?
Heb je een condoom?
- Heb je een mobieltje?
- Hebt u een mobieltje?
- Heb je een mobiele telefoon?
- Heeft u kinderen?
- Hebben jullie kinderen?
Je bent bang voor Tom, hè?
Heb je een bijnaam?
Je hebt toch geen hoogtevrees?
Weet je het zeker, Tom?
Heb je appels?
Hij heeft een auto.
Heeft Tom een vriendin?
De mens hoopt zolang hij leeft.
Hij heeft een dienstmeid.
Heeft u een aansteker?
Mary heeft onrealistische verwachtingen.
Hoeveel broers heb je? Hoeveel zussen heb je?
Ken heeft een gitaar.
"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."
Er is geen rode draad.
Hij moet komen.
Ze heeft mooie ogen.
Zij heeft veel geld.
Hoe oud is hij?
- Hij heeft niets.
- Ze heeft niets.
Hij heeft een auto.
Hij heeft twintig kinderen.
Hij heeft heel wat bezittingen.
Tom heeft veel katten.
Er is iemand aan de deur.
Heeft u rijst?
- Je hebt het druk gehad.
- U bent druk geweest.
- U heeft het druk gehad.
Heb je een condoom?
- Hij is acht.
- Zij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
Zit je op Facebook?
Tom heeft drie honden.
Mijn hond heeft vlooien.
Maria heeft geen kinderen, maar heeft drie neefjes.
Hoe oud ben je?
Zij heeft geen vijanden.
Heb je ze gezien?
- Heeft u kinderen?
- Hebben jullie kinderen?
Heb je geld?
- Heeft u een aansteker?
- Heb je een aansteker?
- Hebben jullie een aansteker?
Hij moet ervoor gaan.
Hij moet handelen.
Ze heeft een baby.
Ze heeft stuiptrekkingen.
Hij heeft een baard.
Is daar iemand?
Tom heeft artritis.
Tom heeft astma.
Tom lijdt aan slapeloosheid.
Heb je een gezin?
Weet je het zeker?
Hebt ge een aansteker?
Heb je bier?
Er is genoeg water.
Heb je alles?
- Tom heeft OCD.
- Tom heeft een dwangstoornis.
Tom heeft kanker.
- Ze heeft geluk.
- Zij heeft geluk.
Hij heeft wijn.
- Hebt ge honger?
- Heb je honger?
- Weet u dat zeker?
- Ben je daar zeker van?
- Ben je er zeker van?
- Zijn jullie daar zeker van?
- Weet je dat zeker?
- Weten jullie dat zeker?
Tom heeft een echtgenote.
Tom heeft gelijk.
- Heb jij een schoentrekker?
- Hebt u een schoentrekker?
- Heb je eieren?
- Hebt u eieren?
- Hebben jullie eieren?
- Heeft u eieren?
Hij heeft een sik.
Hij heeft kanker.
Heeft hij een hond?
Tom heeft sproeten.
Is hier iemand?
Hebt ge papier?
- Hebt ge een gsm?
- Heb je een mobieltje?
- Hebt u een mobieltje?
- Heb je een gsm?
- Heb je een mobiele telefoon?
Heb je een vriend?