Examples of using "Avó" in a sentence and their dutch translations:
- Mijn grootmoeder kan vliegen.
- Mijn oma kan vliegen.
Mijn oma woonde bij ons.
- Mijn grootvader is schrijnwerker.
- Mijn grootvader is timmerman.
Waar woont je oma?
Mijn oma woonde bij ons.
Mijn grootmoeder was een pachter.
Mijn grootmoeder woont op het platteland.
Wat mijn oma betreft,
Hij is opgevoed door zijn oma.
Zijn grootmoeder ziet er gezond uit.
Mijn oma woont op het platteland.
Mijn grootmoeder houdt van tv kijken.
Waar woont je oma?
Mijn grootmoeder heeft veel zussen.
Mijn oma woonde bij ons.
was mijn oma omringd met mensen,
Ik ga naar het huis van mijn grootmoeder.
Mijn oma gaf mij deze halsketting.
Ik bezoek mijn grootmoeder in het ziekenhuis.
Sami's grootmoeder was aan het slapen.
Mijn oma wilde thuis begraven worden.
Ik bezoek mijn grootmoeder twee keer per week.
Zelfs mijn oma kan een sms'je versturen.
Oma heeft heel veel plezier aan TV-kijken.
- Zelfs mijn grootmoeder kan een sms versturen.
- Zelfs mijn oma kan een sms'je versturen.
Mijn oma is honderd geworden.
Mijn oma is honderd geworden.
Oma wist niet dat ik homoseksueel was.
Ongeveer een jaar voordat oma overleed,
Mijn vaders moeder is mijn oma.
Mijn grootmoeder postte de brief vanmorgen.
Mijn grootmoeder is de oudste van deze stad.
Maar terwijl ik daar zat en zag dat mijn oma's leven
Maar nadat oma stierf nam mijn zelfvertrouwen af,
komt het neer op iets dat mijn oma altijd zei:
Er is al veel tijd voorbij sinds ik mijn grootmoeder bezocht heb.
Van iedereen in de familie voelde ik de diepste band met mijn oma.
Zij was daar omdat mijn oma kanker had en die dag geopereerd werd.
De kinderen waren blij opa en oma te zien, die zij al lang niet hadden gezien.
Waar woont je opa?