Examples of using "Hundes" in a sentence and their dutch translations:
Als hij maar een hond ziet, wordt hij bang.
Honden kunnen niet praten, maar het leek alsof de ogen van het hondje zeiden: "Nee, ik heb geen thuis."
Honden kunnen niet praten, maar het leek alsof de ogen van het hondje zeiden: "Nee, ik heb geen thuis."