Examples of using "Angst" in a sentence and their dutch translations:
Bent u bang?
Wees niet bang.
Ik ben bang van mensen die bang zijn.
Waarom bent u boos?
- Hij heeft altijd angst.
- Zij heeft altijd angst.
- Hij is altijd bang.
Ik ben bang van mensen die bang zijn.
Wees niet bang.
Ik ben bang.
Tom was doodsbang.
Bent u bang?
Wees niet bang.
- Wees niet bang!
- Vrees niet!
Tom is bang.
We waren bang.
Je bent bang.
- Maria had schrik.
- Mary was bang.
Is Tom bang?
Wij zijn bang.
Wees niet bang.
Waren jullie bang?
Was u bang?
Ik ben bang voor spinnen.
Ben je bang voor Tom?
- Jullie zijn bang voor hem.
- Jij bent bang voor hem.
- U bent bang voor hem.
Ik ben bang om dood te gaan.
Ik heb geen greintje angst.
Iedereen was bang.
Nachtelijke werelden... ...vol gevaren...
- Zij heeft altijd angst.
- Ze is altijd bang.
- Hij heeft altijd angst.
- Hij is altijd bang.
Tom maakt me bang.
Ik ben niet bang.
Horrorfilms maken me bang.
Dieren ruiken angst.
Angst heerst.
- Het maakt me bang.
- Ik ben er bang voor.
- Ik word er bang van.
Tom is altijd bang.
Ik beefde van angst.
- Ik ben bang voor het donker.
- Ik ben bang in het donker.
Die jongen toonde geen angst.
Ik ben niet meer bang.
Tom was bang om te zwemmen.
- Ik heb angst voor de dood.
- Ik ben bang voor de dood.
Vind je het eng om met meisjes te praten?
- Ben je bang voor de dood?
- Bent u bang voor de dood?
- Zijn jullie bang voor de dood?
moed is door je angst heen gaan.
je je angst los moet laten
...die angst grotendeels verdwenen was.
- Kikkers zijn bang voor slangen.
- Kikkers hebben schrik van slangen.
- Kikkers zijn bang van slangen.
Jij bent bang voor hem.
Ik ben bang om te vallen.
Ze kunnen hun angst overwinnen.
- Hij is bang voor de zee.
- Hij is bang van de zee.
Ik ben bang voor beren.
- Ik ben van niets bang.
- Niets maakt me bang.
Mary is bang voor spinnen.
Ik ben bang voor katten.
Ze zijn bang voor hem.
Hij is bang voor honden.
Ze is bang voor katten.
Wordt u bang bij griezelfilms?