Examples of using "Ist" in a sentence and their dutch translations:
Wat gebeurd is, is gebeurd.
Het is zoals het is.
Wat eeuwig is, is cirkelvormig, en wat cirkelvormig is, is eeuwig.
Dat is gratis.
Wat gebeurd is, is gebeurd. Het is geschiedenis.
Hij is liefdevol, aardig, gevoelig en zorgzaam.
- Het is van jou?
- Het is van u?
- Het is van jullie?
Is daar iemand?
Tom is schichtig.
Dat is belangrijk.
- Het is gloednieuw.
- Het is splinternieuw.
- Het is volledig nieuw.
Ze is koppig.
- Is het gratis?
- Is dat kosteloos?
- Is dat gratis?
- Is dit gratis?
- Dat is verschrikkelijk.
- Dit is vreselijk.
Wat gebeurd is, is gebeurd.
Wat is er?
- Wat voorbij is, is voorbij.
- Wat gebeurd is, is gebeurd.
Waar twijfel is, daar is vrijheid.
Je bent wat je bent.
Hij is lui.
- Hij is vriendelijk.
- Hij is aardig.
- Tom is fantastisch.
- Tom is geweldig.
- Dit is eten.
- Dit is voedsel.
Oorlog is vrede. Vrijheid is slavernij. Onwetendheid is kracht.
Dat is bijzaak.
Ze is vriendelijk.
Welke is de mijne?
Tom is verbaasd.
Het is schoon.
Is daar iemand?
Het is heet.
- Heb je het koud?
- Heeft u het koud?
- Hebben jullie het koud?
Hij is gemeen.
- Het is nieuw.
- Dit is nieuw.
Hij is een slager.
Welke is goedkoper?
Is het giftig?
- Het is gratis.
- 't Is gratis.
- Dit is van haar.
- Dit is de hare.
Is het daar?
Is het aangekomen?
Is daar iemand?
- Dat is dom.
- Dat is stom.
- Vandaag is het zaterdag.
- Het is zaterdag.
- Dit is makkelijk.
- Dit is eenvoudig.
- Het is makkelijk.
Ze is oud.
Tom is vrijgezel.
Waar is het?
De mijne is zwart.
- Dit is grappig.
- Dat is grappig.
Dat is onzin.
Maria is cisgender.
Is het gratis?
Dat is verschrikkelijk.
Dit is gehakt.
- Tom is gevangenisbewaker.
- Tom is penitentiair ambtenaar.
Het is aangekomen.
- Waar is ma?
- Waar is mijn moeder?
Tom is vrachtwagenchauffeur.
- Dat is verschrikkelijk.
- Hoe vreselijk!
- Afgrijselijk!
- Verschrikkelijk!
Niemand is perfect.
Die van jou is daar.
Wat gebeurd is, is gebeurd.
Is dat ver?
Maria is liberaal.
Het is onmogelijk.
Ze is thuis.
- Is Tom teruggegaan?
- Is Tom al terug?
Is dit liefde?
Tom is vrachtwagenchauffeur.
Alex is non-binair.
Alles is voorbij.
- Het is gloednieuw.
- Het is splinternieuw.
- Het is volledig nieuw.
- Wie is deze persoon?
- Wie is dat?
- Wie is het?
- Het is bitter koud.
- Het is ijskoud.
- Het is steenkoud.
Ik voel me ziek.
Hij is open.
Zij is gelukkig.
Hij is chagrijnig.
- Ze is bewusteloos.
- Ze is buiten bewustzijn.
Is dat alles?
Tom is een student.
Dat is onmogelijk.
Het is geheim.
Daar is Tokio.