Examples of using "Aber" in a sentence and their dutch translations:
maar nee.
maar het punt is:
Maar ik,
Maar waarom?
Zeker!
- Zeker!
- Zeker weten!
Maar natuurlijk!
Maar deel toch!
maar Esther niet.
Overweeg even het volgende:
Maar hoe dan ook.
Het is mogelijk, maar...
Maar zonder het kapmes.
Maar niet allemaal.
Maar vanavond niet.
Maar pythons ook.
Maar ze bang maken?
Zeker weten!
Treurig, maar waar!
Geen gemaar!
- Natuurlijk.
- Duidelijk.
- Uiteraard!
- Vlug een beetje!
- En gas erop!
Het is alleen duur.
Maar het is niet erg waarschijnlijk.
Maar het was niet in orde.
Maar weet je?
Maar niemand had het erover.
Maar onder die tranen
Laten we naar de andere kant gaan.
Maar het werkt tenminste.
Simpel. Niet altijd eenvoudig.
Maar geef niet op.
Maar dat is niet wat we zien.
We zijn er in alle smaken, kies maar uit.
maar gebruiken geen anticonceptie.
Maar als gletsjers smelten
Maar er is iets mis.
Maar nu, met gebruik van nieuwe technologie...
Maar speciale, lichtgevoelige camera's...
Maar de temperatuur daalt.
Maar andere merken het wel.
Maar deze stadsgroep niet.
Maar dat wordt gevaarlijk.
maar ik wil ook heel graag
Maar Facebook weet het.
maar je kent de realiteit --
Maar er gebeurde iets
Maar dan besef je je...
Ik moest adem gaan halen.
Maar hij heeft geluk gehad.
Maar ik wil niet.
- Maar hij had werk nodig.
- Maar hij had een job nodig.
- Maar hij had een baan nodig.
Maar wees alstublieft voorzichtig!
Maar hij leeft nog?
- Waarom dan?
- En waarom?
- Wat triest!
- Hoe triest!
Eet matig, maar regelmatig.
- Natuurlijk!
- Uiteraard!
- Zeker weten!
- Dat is vreemd, maar waar.
- Dat klinkt vreemd, maar het is waar.
- Dat is vreemd, maar waar.
- Dat klinkt vreemd, maar het is waar.
Maar haar neus is niet mooi.
We raakten verbonden door onze overeenkomsten,
Maar als er iets verkeerd gaat ...
Maar laat ik het er voor vandaag bij houden
Alleen geldt voor neuronen
maar dat is niet zo.
Maar ik doe het, kom op.
Maar... ...dit ding liegt niet.
Maar dit ding liegt niet.
Maar kijk, als we rondkijken...
maar dit kan een lastige zijn.
Maar jij bent de baas.
Maar een paar cellen overleven.
Maar dat weten jullie al.
maar ik lijk er geen grip op te krijgen.
Maar er is iets vreselijk misgegaan.
maar het bestaat uit drie hoofdelementen:
Maar ondanks de variëteit aan leven hier...
Maar de nacht is jong.
Er is een probleem.
Maar er zijn ook reuzen.
Maar 's avonds verplaatsen ze zich.
Maar hij raakt snel afgeleid.
Maar niets is gegarandeerd.
Maar de territoriumstrijd zal nooit eindigen.
Maar 's nachts... ...is het een ander verhaal.
Maar ook concurrentie.