Examples of using "Sprechen" in a sentence and their dutch translations:
Spreken mensen van Mars Engels?
Spreken mensen van Mars Engels?
- Spreek je Duits?
- Spreekt u Duits?
Waar hebt u het over?
Ze spreken Nederlands.
Jullie spreken.
- Wilden jullie me zien?
- Wilde u me zien?
- Wilde hij me zien?
- Wilde je me zien?
Laten we buiten praten!
- Sorry, spreekt u Engels?
- Excuseer, spreekt u Engels?
Zij wil met je praten.
- Sorry, spreekt u Engels?
- Excuseer, spreekt u Engels?
- Excuseer, spreek je Engels?
- Kan je Frans spreken?
- Kunnen jullie Frans spreken?
Ik wil Duits spreken.
- Kunt u langzamer spreken?
- Zou u alstublieft wat langzamer willen praten?
Iedereen heeft het erover.
Ze zijn met elkaar aan het praten.
Spreekt u Japans?
Laten we Engels praten.
Spreekt u Nederlands?
Waar praten jullie over?
Wij spreken Japans.
Laat mij spreken.
- Tom zal praten.
- Tom zal spreken.
Spreken jullie Engels?
Spreekt u Spaans?
- Spreek je Duits?
- Spreekt u Duits?
Spreek duidelijk.
- Spreken ze Frans?
- Zijn ze Frans aan het spreken?
Laten we in het Frans praten.
- Spreekt u Hebreeuws?
- Spreken jullie Hebreeuws?
Waar hebt u het over?
Spreekt u Frans?
- Ze spreken Frans.
- Zij spreken Frans.
Wij spreken Frans.
- Spreekt u Macedonisch?
- Spreken jullie Macedonisch?
Laat Tom spreken.
Tom kan spreken.
- Spreek je Russisch?
- Spreekt u Russisch?
- Spreken jullie Russisch?
- Kan je Russisch spreken?
Spreken jullie Turks?
Spreekt u Lets?
- Spreek je Chinees?
- Spreekt u Chinees?
- Spreken jullie Chinees?
Spreekt u Esperanto?
Spreekt u Latijn?
Ik kan spreken.
Spreekt u Catalaans?
Spreekt u Bulgaars?
Spreekt u Italiaans?
Spreekt u Arabisch?
- Spreek je Jiddisch?
- Spreekt u Jiddisch?
- Spreken jullie Jiddisch?
Spreekt u Oekraïens?
Spreekt u Grieks?
Kan ik spreken?
Kunnen planten praten?
Wij spreken met elkaar.
Spreekt u Luxemburgs?
Spreekt u Sloveens?
Spreekt u Slowaaks?
Ze spreken Nederlands.
- Spreekt u Portugees?
- Spreken jullie Portugees?
Spreek zachtjes!