Examples of using "Reflet" in a sentence and their dutch translations:
Ze staarde naar haar reflectie in de spiegel.
...en je ziet een reflectie in de verte, een flikkering van de warmte...
Aangetrokken door reflecterend maanlicht... ...gaan ze naar de oceaan.
het eerste wat de Noren ervan wisten, was het zien van de glinstering van wapens die naderbij kwamen.