Examples of using "Dans" in a sentence and their dutch translations:
in sloppenwijken, scholen, gevangenissen en theaters --
Mocht je willen!
- Dat zou je wel willen.
- Dat zou u wel willen.
Stap in de auto.
Over een week of twee.
Stap in!
Kom in de kamer.
- Ga terug in het busje.
- Kom terug in het busje.
Spreek in de microfoon.
Blijf in je kamer.
- Midden in de roos!
- Schot in de roos!
- Recht in de roos!
Ik bevind me in een gênante situatie.
- Woon je in de buurt?
- Woon je hier in de buurt?
in Queensland,
net zoveel als in het zichtbare heelal.
...opereert in het duister.
...diep in de schaduwen.
In het gebladerte...
In welke straat?
eerst in het noorden in de jaren 1820.
Koele grot? Of hoge boom?
Ik woon in een appartement.
Ga in de rij staan.
- Kijk in mijn ogen.
- Kijk me in de ogen.
- Eendracht maakt macht.
- De kracht ligt in de eenheid.
Ik woon in een stad.
Ik zit in de puree.
- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.
- Ze wonen dichtbij.
Ik zit in de puree.
Rijkdom zit in je hart, niet in je portemonnee.
- Wat hebt u in uw hand?
- Wat heb je in je hand?
- Tom heeft in de koelkast gekeken.
- Tom keek in de koelkast.
- Jullie renden in de tuin.
- U rende in de tuin.
Plezier bevindt zich altijd in het verleden of in de toekomst maar nooit in het heden.
Ik stond vast in de file.
Het is er in de hele wereld waarover ze navigeren.
...bevindt zich buiten haar brein, in haar armen.
- In welke stad woon jij?
- In welke stad woon je?
Wat is dat in je hand?
Ik was in de bergen.
Geef me een knuffel.
Het is in de keuken.
Hij woont in deze straat.
Wat heb je in je hand?
Omhels me.
Zij is niet in de keuken en ook niet in de zitkamer.
- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.
- Hij ging de kamer binnen.
- Hij kwam de kamer binnen.
Zij wonen in een huis.
Wat heb je in je zak?
Ik dook in de rivier.
Zij praten in de keuken.
Rood zit in bloed en in zand.
We vertrekken over vijf minuten.
Ik stapte in de modder.
Ik ben in het water gevallen.
Het is in de garage.
Het is in de koelkast.
Woon je hier in de buurt?
Over een week of twee.
Hij woont in deze wijk.
Ik woon in een stad.
Hij leeft in een appel.
- Ik heb in je melk gekakt.
- Ik heb in uw melk gekakt.
- Ik heb in jullie melk gekakt.
- In welk land ben je geboren?
- In welk land bent u geboren?
- In welk land zijn jullie geboren?
Suiker is wateroplosbaar.
Ik heb het in uw kamer gezet.
In welk land bent u geboren?
- In welk land ben je geboren?
- In welk land bent u geboren?
in onze competitieve economie.
in ons dagelijks leven.
in een academische context.
Laten we in een paar gaten kijken.
al die tijd daar in die ziekenhuiskamer.
met name in onze democratie.
Ik woon in de Himalaya.
...gloeien in het donker.
Ze gaan gebouwen binnen...
Aspen, Colorado.
En nu kun je in mijn octopuswereld komen.'
...min of meer perfect in het bos.
Je gaat dat water in...
Welkom bij ons.
- Ik ben bang voor het donker.
- Ik ben bang in het donker.
Kom mijn kamer in.
Ze verdween in het donker.
Stap in!
Kijk in de spiegel.
Ik was in de bergen.
Welkom in ons restaurant!