Examples of using "Bake" in a sentence and their dutch translations:
Jij bakt heerlijke taarten.
Ik kan brood bakken.
Ze bakken een heerlijke pizza.
We weten dat mensen graag samen bakken
Ik kan je leren hoe men een pizza bakt.
Als je hier was, zouden we samen koekjes bakken.
Ik ga meteen een chocoladekoek bakken voor mijn vrouw.