Examples of using "I'm" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben dronken.
- Ik ben blut.
- Ik ben platzak.
- Ik ben woedend!
- Ik ben verontwaardigd!
- Het gaat mij goed.
- Het gaat goed met mij.
Ik ben ijskoud.
Ik ben wakker.
- Ik ben slaperig!
- Ik ben moe!
Ik verdrink!
Ik ben uitgehongerd.
Ik ben wanhopig.
Ik ben opgewonden.
Ik zit vol!
Ik ben vrij!
Ik ben voorzichtig.
Ik ben gek.
Ik werk mee.
Ik ben aan het bloeden.
Ik ben klaar!
- Ik ben aan het kopen.
- Ik ben bezig met aankopen.
- Ik ben boodschappen aan het doen.
Ik ben klaar.
Ik ben ziek.
Ik ga dood van de honger!
Ik ben klein.
Het spijt mij dat ik te laat ben.
Ik ben gewond.
Mijn excuses!
Ik betaal wel.
Ik ben gehaat.
- Ik ben thuis.
- Ik ben weer thuis.
Ik ben dik.
Ik ben aan het praten.
Ik ben eerlijk.
Ik ben hopeloos.
Dat doet de deur dicht!
Ik kom.
- Ik ga dood van de honger!
- Ik ben uitgehongerd.
- Ik sterf van de honger!
Ik zit vol!
Ik ben vrij.
Ik ben overbluft.
- Ik ben gek.
- Ik ben razend.
Ik beef.
Ik ben sprakeloos.
Ik ben dronken.
- Sorry dat ik zo laat ben.
- Het spijt me dat ik zo laat ben.
Ik weet het zeker.
Ik ben blut.
Ik weet het zeker.
Verontschuldig mij dat ik zo laat ben.
Ik weet het zeker.
Ik ben niet overtuigd.
- Ik ben doodmoe.
- Ik ben doodop.
Ik ben zover.
Ik ben uitgehongerd.
Ik ben een lafbek.
Ik ben onschuldig.
Ik heb heimwee.
Ik ben opgewonden.
Ik heb honger.
- Ik ben atheïst.
- Ik ben een atheïst.
Ik heb twee linkerhanden.
Ik let op.
Ik ben sarcastisch.
Ik ben niet overtuigd.
- Ik ga.
- Ik stap op.
Ik kom terug.
Ik ben non-binair.
- Ik ben een verliezer.
- Ik ben een mislukkeling.
Ik ben gewond.
Ik ben bang.
Ik ben zo dik.
Ik ben slim.
Ik weet het zeker.
- Ik ben lang.
- Ik ben belangrijk.
Ik ben erg eenzaam.
Ik ben al klaar.
- Ik ben moe.
- Ik ben moe!
- Ik ben moe.
- Ik ben moe!
Ik ben moe.
Het gaat goed met mij.
Mij gaat het goed.
Ik reis alleen.
Ik maak een grapje.
Ik ben alleen maar aan het kijken.
Ik ben bijna klaar.