Examples of using "Fazê" in a sentence and their dutch translations:
Probeer het maar eens.
Het is me gelukt.
Ik kan het.
- Ik heb het net gedaan.
- Ik heb het nu net gedaan.
We moeten het doen!
Samen kunnen we het doen!
- Zou je het kunnen doen?
- Zou jij het kunnen doen?
Je kunt het!
We wisten het hem aan zijn verstand te brengen.
Ik wou hem gelukkig maken.
Ik wilde ze niet aan het lachen maken.
We kunnen het deze keer laten werken.
Ze dwong hem om het te doen.
We hebben een manier gevonden om het te doen.
Als je dat wilt, druk dan op 'Aflevering opnieuw afspelen'.
De verpleegster zal je uitleggen hoe dat moet.
- Ik weet dat ge het kunt doen.
- Ik weet dat ge het kunt maken.
- Ik weet dat je het kunt doen.
Ik voel me niet in staat om het te doen.
Je zult vroeg of laat leren hoe je het moet doen.
Het is mogelijk. De mens kan het.
En ik moest in de zee zijn.
- Je kunt het!
- Jullie kunnen het.
Niet erg, ik kan het zelf doen.
Ik kan het gewoon niet.
Een van ons twee zal het moeten doen.
- Ik kan het.
- Ik kan dit doen.
Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.
Wat je ook beslist, we doen het samen.
"Kan je dat op een week doen?" "Ik denk het wel."
Als ik het nu niet doe, zal ik het nooit doen.
Dingen stukmaken is veel makkelijker dan ze maken.
U kunt het, nietwaar?
U zult het ook moeten doen.
Moeten we graven? Of moeten we teruggaan voor water om 'm eruit te spoelen?
Moeten we graven? Of moeten we teruggaan voor water om 'm eruit te spoelen?
En hij wil het steeds vaker doen.
Als het werk zo eenvoudig is, laat de burgemeester het dan zelf doen.
Soms wil ik alleen bergklimmen, op andere momenten wil ik het in groep doen.
Ik deed wat ik moest doen, en als het moest zou ik het weer doen.
Ik wil dit doen, maar ik kan het niet.
Niet makkelijk met welpen op sleeptouw. Het jonge mannetje lijkt liever te spelen.
Als ik het nu niet doe, zal ik het nooit doen.
Ik weet dat je het kunt doen.
Je kunt dat niet doen, hè?