Examples of using "Queria" in a sentence and their dutch translations:
Ik wilde vijf ananassen.
- Ik wenste dat ik rijk was.
- Ik zou rijk willen zijn.
- Was ik maar rijk.
Ik wilde gaan.
Ik wil aspirine kopen.
Ik zou graag eten.
Ik wilde je waarschuwen.
Tom wilde je graag ontmoeten.
Zij wou hen helpen.
Ik wilde daarnaartoe gaan.
Ik zou graag jong zijn.
Tom wilde leven.
Ik wilde dood.
Tom wilde meer.
Tom wilde geld.
Ik wou dat ik kon zwemmen.
Ik wilde rode schoenen.
Ik wilde haar verrassen.
Ik wilde huilen.
- Ik wou weglopen.
- Ik wilde wegrennen.
Ik wilde vechten.
Ze wilde het begrijpen.
Tom verlangde naar wraak.
Ik wilde meer.
Tom wilde dansen.
Ik wilde met je samen zijn.
- Ik wilde een bus huren.
- Ik wilde een touringcar huren.
Ik wilde niet dat dit zou gebeuren.
Ik had niet gewild dat dit gebeurde.
Ik zou graag een bus willen huren.
Ik zou graag met je meegaan.
Wat wilde Tom?
Wilde je iets?
Tom wilde schaken.
Ik wilde rode schoenen.
Ik wou dat ik haar gezien had.
Tom wilde enkel aandacht.
Ik wou dat ik het mis had.
Ik wilde zonnebaden.
- Ik wou het delen.
- Ik wou het verdelen.
Ik wilde dat niet doen.
Ik wilde niet dood.
Hij wilde geen oorlog.
Hij wilde boer worden.
Had ik maar een auto.
Tom wilde spaghetti eten.
Ik wilde een biertje.
Ik zou graag zulke schoenen willen.
Tom wilde wat melk drinken.
Ik wou dat ik terug in de tijd kon gaan.
Ik wilde met Tom mee.
Niemand wilde mijn land haten.
Tom wilde niet in het buitenland studeren.
- Ik zou graag iets drinken.
- Ik zou graag iets te drinken hebben.
Ik wou dat ik een steen was.
Ik zou graag een kat hebben.
Ik wou dat ik terug in de tijd kon gaan.
Geloof me dat ik u wilde helpen.
Niemand wilde mijn land bekritiseren.
Niemand wilde mijn land beledigen.
Ik zou je zo graag omhelzen.
- Tom wou dansen met Mary.
- Tom wou dansen met Marie.
Ik wou dat je Spaans sprak.
Sadako wou dat vergeten.
Hij wilde slagen.
Hij wilde dat ik zou komen.
Ik wil graag een diefstal melden.
Heb je gevonden wat je nodig had?
Tom wilde naar Australië.
Ik wou dat ik meer geld bij me had.
Ik zou graag sinaasappelsap willen hebben.
Ik wou het boek kopen.
Zij wilde liefst meteen trouwen.
Ik zou Picasso willen zijn.
Ik zou deze zomer willen werken.
Ik zou graag eten.
Ik wou hem gelukkig maken.
Ze wilde de bruiloft uitstellen.
Ik wilde in Boston wonen.
Tom wilde in Australië blijven.
Ik wilde in Parijs wonen.
Ik zou dat graag willen kunnen voorkomen.
Ik had graag de waarheid geweten.
Tom wist wat hij wilde.
Ik wilde met jullie eten.