Examples of using "Schinken" in a sentence and their dutch translations:
Neem wat ham.
Ik hou van ham en eieren.
Geef me een pond ham.
Een broodje zonder ham is geen broodje.
Wil je een plakje ham voor me snijden?
Hamburgers zijn niet gemaakt van ham.
Tom at een deel van de ham en legde toen de rest in de koelkast.