Examples of using "Ein" in a sentence and their dutch translations:
Een man, een woord!
Een alexandrijn is een twaalflettergrepig vers.
Een haai is een vis, terwijl een dolfijn een zoogdier is.
Adem in.
Beloofd is beloofd.
Een overwinning is een overwinning!
- Een regenboog is een natuurlijk fenomeen.
- Een regenboog is een natuurfenomeen.
Vul een glas met water.
Een vluchtelingenkamp is een nachtmerrie.
Een kalkoen is iets groter dan een kip.
- Een goed geweten is een zacht oorkussen.
- Een zuiver geweten is een allerzachtst kussen.
Een hond loopt sneller dan een mens.
Een leeuw is een dier.
Ga wat slapen.
- Kom alstublieft binnen.
- Kom binnen alsjeblieft!
Kook één ei.
Doe een dutje.
Een dag is een driehonderdvijfenzestigste of een driehonderdzesenzestigste van een jaar.
Een kameel is, zogezegd, een schip in de woestijn.
Carnaval is een groot spektakel.
Een vriend is een tweede ik.
Hij heeft ingebroken in een huis.
Er schoot haar en goed plan te binnen.
Een jongen is een mannelijk kind.
Een hond is een trouw dier.
Sangiovese is een Italiaanse wijn.
- Hebt ge een gsm?
- Heb je een mobieltje?
- Hebt u een mobieltje?
- Heb je een gsm?
- Heb je een mobiele telefoon?
- Heb je een mobieltje?
- Hebt u een mobieltje?
- Heb je een mobiele telefoon?
- Wat een lul!
- Wat een eikel!
- Wat een klootzak!
- Wat een rotzak!
- Wat een lastpak!
Wortelboommoerassen.
Een jaguar.
Een rivier.
Een stekelvarken.
Een vrouwtje.
Een zangwedstrijd.
Een ocelot.
Een mannetje.
Eén prooi...
Een netpython.
Een wonder!
- High five!
- Geef me de vijf!
Stap in!
- Kom binnen!
- Kom binnen.
- Een tweepersoonskamer.
- Een dubbele kamer.
- Midden in de roos!
- Jackpot!
Een recht zonder plicht is een privilegie.
Een rockconcert is een goed voorbeeld.
Een hond loopt sneller dan een mens.
Is het een jongen of een meisje?
Wat een klootzak!
Tracy heeft een huis en een auto.
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Hij was een dichter en een diplomaat.
Wilt u hem een glas bier inschenken?
Ben jij een meisje of een jongen?
Tom schenkt zichzelf een glas sinaasappelsap in.
Paps, kijk, een ufo! Ja, het is een ufo!
Een hond blaft.
Een man maakt keuzes; een slaaf gehoorzaamt.
Is dat een ja of een nee?
Is dat een bus of een auto?
- Er is een kind vermist.
- Er wordt een kind vermist.
Duitsland heeft een verbond met Italië gesloten.
Een zuiver geweten is een allerzachtst kussen.
Een maancyclus duurt korter dan een maand.
Een majoor staat boven een kapitein.
Ik heb een geheugen als een zeef.
Is het een wijfje of een mannetje?
Tom schonk een glas melk voor zichzelf in.