Translation of "Mag" in Dutch

- Er mag Reisspinat.
- Er mag Andenhirse.
- Er mag Inkareis.

Hij houdt van quinoa.

- Ich mag euch.
- Ich mag Sie.
- Ich mag dich.

- Ik zie u graag.
- Ge valt in mijn smaak.
- Ik vind je leuk.

- Ich mag Rock.
- Ich mag Rockmusik.

- Ik hou van rockmuziek.
- Ik hou van rock.
- Ik vind rockmuziek leuk

- Ich mag beide.
- Ich mag beides.

Ik hou van alle twee.

- Ich mag Jazzmusik.
- Ich mag Jazz.

Ik hou van jazz.

- Mag sie Apfelsinen?
- Mag sie Orangen?

- Heeft ze graag appelsienen?
- Houdt zij van sinaasappels?

- Er mag Orangen.
- Sie mag Orangen.

Ze heeft graag sinaasappelen.

- Tom mag Eiscreme.
- Tom mag Eis.

Tom houdt van ijs.

- Ich mag Orangen.
- Ich mag Apfelsinen.

- Ik hou van sinaasappels.
- Ik hou van appelsienen.

- Ich mag Paradeiser.
- Ich mag Tomaten.

Ik hou van tomaten.

- Er mag Eiscreme.
- Er mag Eis.

Hij houdt van ijs.

- Mag Tom Orangen?
- Mag Tom Apfelsinen?

Houdt Tom van sinaasappels?

- Ich mag kurze Haare.
- Ich mag kurzen Haarschnitt.
- Ich mag Kurzhaarfrisuren.

Ik hou van een kort kapsel.

Mag sein.

Misschien wel.

- Ich mag kurze Haare.
- Ich mag Kurzhaarfrisuren.

- Ik hou van een kort kapsel.
- Kort haar vind ik leuk.

- Ich mag gerne Kerzenlicht.
- Ich mag Kerzenlicht.

Ik hou van kaarslicht.

- Maria mag dich.
- Maria mag dich leiden.

Maria vindt je leuk.

- Ich mag Äpfel.
- Ich mag Äpfel gerne.

Ik hou van appels.

- Jeder mag Pommes.
- Jeder mag Pommes frites.

- Iedereen houdt van patat.
- Iedereen houdt van friet.
- Iedereen houdt van frietjes.

- Ich mag sie alle.
- Ich mag sie.

Ik hou van hen.

- Deswegen mag ich dich.
- Deswegen mag ich euch.
- Deswegen mag ich Sie.

Daarom hou ik van je.

- Ich mag lieber Sprudel.
- Ich mag lieber Mineralwasser.
- Ich mag lieber Selters.

Ik geef de voorkeur aan mineraalwater.

- Der Hund mag dich.
- Der Hund mag Sie.
- Der Hund mag euch.

De hond vindt jou leuk.

- Ich mag keine gruseligen Filme.
- Ich mag keine Gruselfilme.
- Ich mag keine Horrorfilme.

Ik hou niet van griezelfilms.

- Er mag Musik sehr.
- Musik mag er sehr.

Hij is dol op muziek.

- Er mag keinen Kaffee.
- Sie mag Kaffee nicht.

Hij houdt niet van koffie.

- Jim mag den Arzt.
- Jim mag den Doktor.

Jim houdt van de dokter.

Ich mag Hunde und meine Schwester mag Katzen.

Ik hou van honden en mijn zus houdt van katten.

- Tom mag kein Mathe.
- Tom mag Mathematik nicht.

Tom vindt wiskunde niet leuk.

- Er mag keine Apfelsinen.
- Er mag keine Orangen.

Hij houdt niet van sinaasappels.

- Sie mag Orangen, oder?
- Sie mag Apfelsinen, oder?

Zij houdt van sinaasappels, toch?

Er mag mich, und ich mag ihn auch.

Hij vindt mij aardig en ik hem ook.

- Ich mag keine Gruselfilme.
- Ich mag keine Horrorfilme.

Ik hou niet van griezelfilms.

- Ich mag keine Äpfel.
- Äpfel mag ich nicht.

Ik hou niet van appels.

- Ich mag sie alle.
- Die mag ich alle.

- Ik zie ze allemaal graag.
- Ik vind ze allemaal leuk.

Ich mag Hunde, aber meine Schwester mag Katzen.

Ik hou van honden maar mijn zus houdt van katten.

- Ich mag Salat nicht.
- Ich mag keinen Salat.

- Ik hou niet van sla.
- Ik hou niet van salade.

- Ich mag keinen Filterkaffee.
- Ich mag Filterkaffee nicht.

Ik hou niet van filterkoffie.

- Ich mag diesen Hund.
- Ich mag den Hund.

Ik houd van deze hond.

- Ich mag scharfes Essen.
- Ich mag pikantes Essen.

- Ik hou van pittig eten.
- Ik hou van pikant eten.

Ich mag Drachenfrüchte.

Ik hou van drakenfruit.

Nancy mag Musik.

Nancy houdt van muziek.

Mag Tom Tomaten?

Houdt Tom van tomaten?

Tom mag Käse.

Tom houdt van kaas.

Yukiko mag Kartoffeln.

Yukiko houdt van aardappelen.

Sie mag Wein.

Zij houdt van wijn.

Er mag Schokoladenkuchen.

Hij houdt van chocoladetaart.

Er mag Fußball.

Hij vindt voetbal leuk.

Ich mag Mangas.

Ik hou van manga's.

Wer mag Sachiko?

Wie houdt van Sachiko?

Ich mag Mathe.

- Ik vind wiskunde leuk.
- Ik hou van wiskunde.

Ich mag Baseball.

- Ik hou van honkbal.
- Ik hou van baseball.

Ich mag Tennis.

Ik hou van tennis.

Linda mag Schokolade.

Linda houdt van chocolade.

Ich mag Hasen.

- Ik hou van hazen.
- Ik vind hazen leuk.

Ich mag Kuchen.

- Ik eet graag taart.
- Ik hou van gebak.

Ich mag Brombeeren.

Ik hou van bramen.

Ich mag Pferde.

Ik hou van paarden.

Ich mag Schildkröten.

Ik vind schildpadden leuk.

Ich mag Winter.

Ik hou van de winter.

Ich mag Englisch.

- Ik hou van Engels.
- Ik vind Engels leuk.

Sie mag Antiquitäten.

Ze houdt van antiek.

Tom mag Reggae.

Tom vindt reggae leuk.

Susan mag Katzen.

Susan houdt van katten.

Tom mag Geld.

Tom houdt van geld.

Tom mag Brünette.

Tom houdt van brunettes.

Tom mag Rothaarige.

Tom houdt van roodharigen.

Ich mag Rohkost.

Ik hou van rauw voedsel.

Tom mag Ponys.

Tom houdt van pony's.

Ich mag Videospiele.

Ik hou van videospelletjes.

Ich mag Eiweiß.

Ik hou van eiwit.

Ich mag Rock.

Ik hou van rock.