Translation of "Eier" in Dutch

- Hast du Eier?
- Haben Sie Eier?

- Heb je eieren?
- Hebt u eieren?
- Hebben jullie eieren?
- Heeft u eieren?

- Schlag die Eier.
- Schlagen Sie die Eier.

Klop de eieren.

- Die Vögel legen Eier.
- Vögel legen Eier.

Vogels leggen eieren.

Wir haben Eier.

We hebben eieren.

Hast du Eier?

Heb je eieren?

Tom kocht Eier.

- Tom kookt eieren.
- Tom is eieren aan het koken.

Wir aßen Eier.

We hebben eieren gegeten.

Legen Alligatoren Eier?

Leggen alligators eieren?

Ich will Eier.

Ik wil eieren.

Wir essen Eier.

We eten eieren.

Schmetterlinge legen Eier.

Vlinders leggen eitjes.

Schildkröten legen Eier.

Schildpadden leggen eieren.

Fliegen legen Eier.

Vliegen leggen eieren.

Es sind Eier.

Het zijn eieren.

- Sie kochte die Eier.
- Sie hat die Eier gekocht.

- Ze heeft de eieren gekookt.
- Ze kookte de eieren.

- Vergiss nicht Eier zu kaufen!
- Vergesst nicht Eier zu kaufen!
- Vergessen Sie nicht Eier zu kaufen!

- Vergeet niet eieren te kopen.
- Vergeet niet een paar eieren te kopen.

- Wir haben ein halbes Dutzend Eier.
- Wir haben sechs Eier.

We hebben zes eieren.

Schau, die kleinen Eier.

Kijk, de kleine eieren.

Ich mag keine Eier.

- Ik heb niet graag eieren.
- Ik haat eieren.

Kaufe zwei Packungen Eier.

Koop twee eierdozen.

Er mag keine Eier.

Hij houdt niet van eieren.

Wir haben Eier gegessen.

- We aten eieren.
- We waren eieren aan het eten.

Haben Sie frische Eier?

Hebt u verse eieren?

Die Vögel legen Eier.

Vogels leggen eieren.

Wie sind die Eier?

Hoe zijn de eieren?

Sie kochte die Eier.

Ze kookte de eieren.

Wir haben sechs Eier.

We hebben zes eieren.

Schlage bitte die Eier!

- Klop alsjeblieft de eieren.
- Klop alstublieft de eieren.

Sie mag keine Eier.

Ze houdt niet van eieren.

Eier sind sehr zerbrechlich.

Eieren zijn zeer broos.

Wo sind die Eier?

Waar zijn de eieren?

- Wir aßen Eier mit Frühstücksspeck.
- Wir haben Eier mit Frühstücksspeck gegessen.

We hadden spek en eieren.

- Sie kaufte ein Dutzend Eier.
- Sie hat ein Dutzend Eier gekauft.

Ze kocht een dozijn eieren.

- Wo sind bitte die Eier?
- Entschuldigen Sie! Wo finde ich die Eier?

Waar zijn de eieren, alsjeblieft?

- Eier können als Waffen verwendet werden.
- Man kann Eier als Waffen benutzen.

Eieren kunnen als wapen gebruikt worden.

Sie kaufte ein Dutzend Eier.

Ze kocht een dozijn eieren.

Er kaufte ein Dutzend Eier.

Hij kocht een dozijn eieren.

Vor Ostern bemalen wir Eier.

Voor Pasen beschilderen we eieren.

Wo sind bitte die Eier?

- Waar zijn de eieren, alsjeblieft?
- Waar zijn de eieren, alstublieft?

Eier werden im Dutzend verkauft.

Eieren worden per twaalf verkocht.

Marie braucht ein Dutzend Eier.

Marie heeft een dozijn eieren nodig.

Ich kaufte einen Zehnerpack Eier.

Ik kocht een tiental eieren.

Die Eier sind noch heiß.

De eieren zijn nog warm.

Sie kaufte zwei Dutzend Eier.

Ze heeft twee dozijn eieren gekocht.

Er mag Schinken und Eier.

Ik hou van ham en eieren.

Tom hat hartgekochte Eier gegessen.

Tom at hardgekookte eieren;

Vergiss nicht Eier zu kaufen!

Vergeet niet eieren te kopen.

- Ich mag sehr gern hart gekochte Eier.
- Ich esse sehr gerne hartgekochte Eier.

Ik hou erg van hardgekookte eieren.

- Wie viele Eier konntest du gestern bekommen?
- Wie viele Eier konntet ihr gestern bekommen?
- Wie viele Eier konnten Sie gestern bekommen?

Hoeveel eieren kon je gisteren krijgen?

- Du gehst mir langsam auf die Eier.
- Ihr geht mir langsam auf die Eier.
- Sie gehen mir langsam auf die Eier.

Je begint me stilaan op de zenuwen te werken.

- Wusstest du nicht, dass Schildkröten Eier legen?
- Wusstet ihr nicht, dass Schildkröten Eier legen?
- Wussten Sie nicht, dass Schildkröten Eier legen?

- Wist je niet dat schildpadden eieren leggen?
- Wist u niet dat schildpadden eieren leggen?
- Wisten jullie niet dat schildpadden eieren leggen?

Wir haben ein halbes Dutzend Eier.

We hebben een half dozijn eieren.

Meine Mutter hat zehn Eier gekocht.

Mijn moeder heeft tien eieren gekookt.

Wie viele Eier legt eine Fliege?

Hoeveel eieren legt een vlieg?

Ich möchte morgen Eier zum Frühstück.

Ik wil graag eieren voor het ontbijt morgen.

Mein Neffe reagiert allergisch auf Eier.

Mijn neef is allergisch voor eieren.

Diese Eier sind alle nicht frisch.

Niet al deze eieren zijn vers.

Nicht alle diese Eier sind frisch.

Niet al deze eieren zijn vers.

Tom kauft nur Eier aus Freilandhaltung.

- Tom koopt alleen eieren van scharrelkippen.
- Tom koopt alleen scharreleieren.

In der Schachtel sind viele Eier.

Er zitten veel eieren in de doos.

Alle Eier in der Schachtel waren kaputt.

Alle eieren in de doos waren gebroken.

Ich habe ein halbes Dutzend Eier gekauft.

Ik heb een half dozijn eieren gekocht.

Wie viele Eier konntest du gestern bekommen?

Hoeveel eieren kon je gisteren krijgen?