Examples of using "Geben" in a sentence and their dutch translations:
Als we iets geven, geven we het graag, maar we geven niets.
Zij geven niets.
Koeien geven melk.
Geef voorbeelden!
Bananen geven energie.
Ik zal het je geven.
- Wat kan je mij geven?
- Wat kunt u mij geven?
Ik zal het je geven.
Er moet een manier zijn.
Koeien geven ons melk.
Geeft u alles aan.
Zal er taart zijn?
Geef het terug!
Geeft u dat aan niemand.
- Ik wil Frans onderrichten.
- Ik wil Frans onderwijzen.
Ik kan het jullie niet geven.
Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
Geef het mij, alstublieft.
Ik zal het boek aan jou geven.
Ik zal jou dit boek geven.
Situaties worden extremer:
Je moet me fosfor geven.'
en dan geef je het weer terug.
Ge moet uw best doen.
Schiet op!
Geef mij uw telefoonnummer.
Ik zal het je geven.
Je geeft te gemakkelijk op.
We moeten hen iets geven.
Ik moet mijn best doen.
Ik wil je iets geven.
Ik zal niet stil zijn.
Sommige winkels geven korting.
Voeg de mayonaise toe.
Geef het wachtwoord.
- Geef me de sleutel.
- Geeft u me de sleutel.
Kan jij mij wat geld geven?
Wij geven geld aan de armen.
Er moet een manier zijn.
Ik zal het je geven.
Zou ik dit aan Tom geven?
Mag ik u een vriendelijke raad geven?
- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?
Kan je mij de schroevendraaier aangeven?
Ik zal je een goed advies geven.
Ik zal je een goed advies geven.
Geef het mij, alstublieft.
Ik zal hem het boek morgen geven.
Ik zal haar het boek morgen geven.
- Ik zou ze niet verwijten.
- Ik zou ze de schuld niet geven.
En onthoud: we geven het nooit op.
dan nog heb je die kanteling.
Ik zal jou dit boek geven.
Geef mij drie krijtjes.
Ik zal u dit fototoestel geven.
- Kan je me wat geld geven?
- Kan jij mij wat geld geven?
- Kan je mij wat geld geven?
Het schijnt dat het morgen zal regenen.
Morgen komt er een maansverduistering.
- Kun je me je telefoonnummer geven?
- Kan je mij je telefoonnummer geven?
Weinig politici geven hun fouten toe.
- Bananen geven veel energie.
- Bananen geven energie.
Kan je me een voorbeeld geven?
Hoeveel drinkgeld moet ik geven?
Niemand kon het juiste antwoord geven.
Ik kan ze niet geven.
- Waarom moet ik dit aan je geven?
- Waarom moet ik dit aan jou geven?
Kun je een paar voorbeelden geven?
We moeten de bloem water geven.
Mag ik een handtekening van u?
We moeten altijd het beste van onszelf geven.
Er moet daar een verklaring voor zijn.
Geef me een ander voorbeeld.
Ik kan het jullie niet geven.