Examples of using "Dem" in a sentence and their dutch translations:
een mannelijke en een vrouwelijke.
Lang voordat kabeltelevisie bestond, of internet, of zelfs de telefoon,
humanisme.
- Pas op de hond!
- Opgepast voor de hond!
- Op het fietspad niet met de bromfiets fietsen.
- Fietspad. Dus niet brommen.
- Pas op de hond!
- Opgepast voor de hond!
Gaat ge met de trein of per auto?
Kom uit de vrachtwagen.
Het syndroom Gilles de la Tourette.
Gaat ge daar met de bus of met de auto naartoe?
- Ga uit het water.
- Kom uit het water.
Pas op de hond!
- Pas op de hond!
- Opgepast voor de hond!
Ben je op weg naar huis?
Het is verboden om met de fiets op de stoep te rijden.
Trouwens, het verschil tussen Engels en Amerikaans is waarschijnlijk groter dan dat tussen standaard Nederlands in Vlaanderen en in Nederland.
Geef de vrede een kans.
Ik zag hem voorovergebogen op de grond in de onesie.
- Ik reis liever met de trein dan met het vliegtuig.
- Ik reis liever per trein dan per vliegtuig.
Wat ligt er op het bureau?
We zijn op weg naar huis.
Is hij met de bus of met de trein gekomen?
Ik woon op het platteland.
Leert Tom na het avondmaal?
Het ligt onder de stoel.
Hou me op de hoogte!
Ze zit op de wc.
- Niemand kan de dood ontsnappen.
- Niemand ontsnapt aan de dood.
- Niemand kan de dood vermijden.
- Hij zocht in de kamer naar de verloren sleutel.
- Hij doorzocht de kamer naar de verloren sleutel.
dat mineralen oplost uit de onderliggende rotsen.
De achterliggende gedachte
Zoals Maidan.
Ze ging niet op hem af...
Pas op de hond!
Eerst wassen alvorens te dragen.
Kijk uit je raam.
- Ga aan de kant.
- Ga uit de weg.
Ik denk het.
Daniël bedankte de politieman.
Geef je over aan de vijand.
Jij sprak de leraar tegen.
Neer met de koning!
Geef de vogel voer!
We hebben naar de schietpartij geluisterd.
- Opzij!
- Ga uit de weg!
Toen hij de dood onder ogen zag , riep Ragnar naar de koning ...
Hij kwam met de bus.
Hij lag op zijn rug.
- Kom uit de auto.
- Stap de auto uit.
Ik doe altijd lichaamsoefeningen na het opstaan en voor het slapengaan.
Ik kom per trein.
Hou me op de hoogte!
Het is verboden om met de fiets op de stoep te rijden.
Stop met roken!
- Het meisje hielp de jongen.
- Het meisje heeft de jongen geholpen.
Tom stapte uit de trein.
Men heeft de bestuurder de schuld van het ongeluk gegeven.
Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.
- Ik groeide op in het land.
- Ik ben opgegroeid op het platteland.
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Je boek ligt op het bureau.
Er ligt een appel op tafel.
Blijf mij op de hoogte houden.
Zit er een kat op tafel?
Er ligt een appel op de tafel.
Het boek ligt op de tafel.
Mijn ouders wonen op het platteland.
- Er ligt een appel op tafel.
- Er ligt een appel op de tafel.
Hij is gestopt met roken.
Ze is gestopt met roken.
Een koekje ligt onder de tafel.
- Ik groeide op in het land.
- Ik ben opgegroeid in het land.
- Ik ben opgegroeid op het platteland.
Ze ontwijkt mij.
De patiënt ligt op het sterfbed.
Ik wou u al kussen van toen ik u zag.
Voor het huis staat een boom.