Examples of using "Nimm" in a sentence and their dutch translations:
Neem het!
Neem er maar een.
Neem een medicament!
Neem Tom.
Neem dit aan.
Pak aan!
- Neem het.
- Grijp het!
- Pak het!
- Neem het!
Neem alles!
Ga zitten!
Neem me mee.
Goed, neem het.
Neem twee aspirines.
Pak mijn hand.
Neem wat aspirine.
- Drink wat thee.
- Neem wat thee.
- Neem wat taart, alsjeblieft.
- Neem wat cake, alsjeblieft.
Neem mijn bril.
Neem het en ga weg!
Neem dit alsjeblieft.
Neem het terug!
Kies een kaart.
Neem het medicijn.
- Gebruik dit.
- Gebruik dit!
Neem een binnenweg!
- Haal het weg.
- Neem het mee.
Neem ze mee!
- Neem er alsjeblieft nog een.
- Vooruit, neem er nog een.
Zet je hoed af.
Neem de andere stoel!
Gebruik voorlopig gewoon het mijne.
Pak dat.
Help jezelf!
Pak een paraplu.
Neem ons mee alstublieft.
Neem het geld mee.
Gebruik citroensap in plaats van azijn.
Pak maar wat je wilt.
- Oké, neem het.
- Goed, neem het.
Neem de paraplu mee.
Doe je blinddoek af.
Neem wat je wilt!
Pak je spullen en ga.
Neem een voorbeeld aan Tom!
Neem het niet serieus.
Neem er deel aan!
Neem wat ham.
Neem het niet zo letterlijk.
Neem een paar dagen vrij.
Het is te nemen of te laten.
Neem me zoals ik ben.
Neem me met je mee naar huis.
Neem dit mee naar huis.
Neem een taxi naar het hotel.
Pak je tas en kom!
- Neem er alstublieft een.
- Neem er alsjeblieft een.
Neem de mijne.
Neem er nog een.
Geef me een lift in uw auto.
Aanvaardt iemands liefde.
Neem de dingen zoals ze zijn.
Neem een zakdoek, uw neus loopt.
Neem zoveel als je hart begeert.
Pak een boek en lees het!
Gebruik niet al het warme water.
Hier, pak aan!
Neem een voorbeeld aan Tom!
Neem een ei uit de koelkast.
Neem om het even welke trein op spoor 5.
Haal het zwaard uit je hand!