Examples of using "Muttersprachler" in a sentence and their dutch translations:
Tom heeft het Frans als moedertaal.
Tom kan Engels als een moedertaalspreker spreken.
Deze zin dient door een moedertaalspreker gecontroleerd te worden.
Tom heeft het Frans als moedertaal.
Vindt iemand met Japans als moedertaal dat Engels moeilijk te leren is?
Hamburgers zijn niet gemaakt van ham.
De eerste vrouw, die Esperanto als moedertaal sprak, werd in 1904 geboren; vandaag zijn er meerdere duizenden Esperanto-moedertaalsprekers.
Elke student die afgestudeerd is aan onze universiteit heeft ten minste twee jaar Engels gestudeerd met een persoon die Engels als moedertaal spreekt.
Als iemand die je achtergrond niet kent zegt dat je klinkt als een moedertaalspreker betekent dat dat diegene waarschijnlijk iets in je spreken opgemerkt heeft dat hem deed realiseren dat je geen moedertaalspreker bent. Met andere woorden, je klinkt niet echt als een moedertaalspreker.
Sommige mensen denken dat het moeilijk is voor mensen met Engels als moedertaal om Chinees te leren, maar daar ben ik het niet mee eens.
Omdat het niet je moedertaal is, stel ik voor dat je deze zin vrijgeeft, zodat een moedertaalspreker hem kan adopteren. Zo zijn we allen zeker dat we met een goede zin te doen hebben.