Examples of using "L’on" in a sentence and their dutch translations:
Waar gingen ze heen? Weten we waar we naartoe gaan?
Wanneer je niet kunt doen wat je wilt, doe je wat je kunt.
Jullie kennen de uitdrukking, dat we oogsten wat we zaaien. Ik heb de wind gezaaid en hier is mijn storm.
Al het kwaad komt voort uit het feit dat de mens gelooft dat er bepaalde situaties bestaan waarin men zonder naastenliefde kan handelen, terwijl dergelijke situaties niet bestaan. Ten opzichte van de dingen kunnen we ons zonder liefde gedragen: we kunnen, zonder liefde, hout splijten, ijzer slaan, bakstenen bakken, maar in relaties van mens tot mens is liefde net zo onontbeerlijk als bijvoorbeeld behoedzaamheid in de relatie tussen mens en bijen.