Examples of using "J’ai" in a sentence and their dutch translations:
- Ik zwoer.
- Ik zweerde.
Ik werd gevangen.
- Ik ging verder.
- Ik ging door.
Ik droeg bij.
Ik heb gewonnen.
Ik gehoorzaamde.
Ik heb het beloofd.
Ik zong.
Ik heb gewacht.
- Ik liep.
- Ik rende.
Ik kreunde.
Ik floot.
- Ik twijfelde.
- Ik had mijn twijfels.
- Ik aarzelde.
- Ik keek.
- Ik heb gekeken.
Ik inhaleerde.
Ik heb alles gezegd.
Ik heb een pen.
- Ik wachtte.
- Ik heb gewacht.
Ik landde.
Ik heb het geld gevonden.
- Ik versnelde.
- Ik was aan het versnellen.
Ik heb altijd honger.
- Ik zwaaide.
- Ik wuifde.
- Ik ben mijn horloge kwijt.
- Ik ben mijn horloge verloren.
- Ik heb mijn horloge verloren.
Ik heb het koud.
- Ik heb uw vriend ontmoet.
- Ik heb je vriend ontmoet.
Ik heb hoge koorts.
Ik ben mijn horloge kwijt.
- Ik beloofde.
- Ik heb het beloofd.
Ik liep.
Ik heb de gasten verwelkomd.
Ik heb het warm.
Ik had een kat.
Ik heb mijn geld verstopt.
Ik droeg bij.
Ik riep.
Mijn voeten doen pijn.
Ik zong.
Ik heb hoofdpijn.
Ik heb betaald.
Ik zette de radio uit.
Ik heb op iets raars gestapt.
Mijn voeten doen pijn.
- Ik geloof dat ik het heb verstaan.
- Ik geloof dat ik het heb begrepen.
- Ik heb je advies nodig.
- Ik heb jouw advies nodig.
- Ik heb pijn in de borst.
- Mijn borst doet pijn.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Ik heb een frisse start nodig.
- Ik heb afschuwelijk gedroomd.
- Ik had een vreselijke droom.
Ik heb kippenvel.
Begrepen.
Potverdorie, ik heb te veel geld gebruikt.
Er zit iets in mijn oog.
Ik zit vol!
Weet je wat ik geleerd heb?
Maar tegelijkertijd heb ik liefde ervaren,
Ik heb gisteren zijn kantoor opgebeld.
Ik heb vijf jaar Engels gestudeerd.
Ik heb altijd honger.
- Ik heb het geteld.
- Ik rekende.
Ik vergat dat het vandaag zaterdag was.
Ik heb ontzettende hoofdpijn!
Ik vond het speel heel interessant.
Ik heb nog steeds honger.
Ik heb weer iets onnodigs gekocht.