Examples of using "Veut" in a sentence and their dutch translations:
Wie wil het?
Tom wil ermee ophouden.
Zij wil met je praten.
Tom wil diplomaat worden.
Hij wil je ontmoeten.
Niemand wil het.
Tom wil dansen.
Wat wil zij?
Zij wil dansen.
Hij wil meer.
- Hij wil een echtscheiding.
- Hij wil scheiden.
Tom wil spelen.
Tom wil helpen.
Zij wil komen.
Hij wil het geld.
Ze wil hem.
Zij wil hem kussen.
Hij wil haar kussen.
Sami wil het weten.
Niemand wil het.
Wie wil gaan?
Hij wil het intrekken.
Maria wil eten.
Tom wil ermee stoppen.
Wat wil Tom?
naar elk nummer dat we willen wanneer we maar willen.
Nee betekent nee.
Niemand wil een oorlog.
Tom wil meer koffie.
Iedereen wil geld.
Hij wil een nieuwe auto.
Tom wil u spreken.
Wil Tom komen?
Wat moeten we proberen te meten?
- Hij wil ons weerzien.
- Hij wil ons weer zien.
Tom wil brandweerman worden.
Tom wil beroemd zijn.
Hij wil een appel.
Als God het wil...
Hij wil je ontmoeten.
Dat wil niets zeggen!
Tom wil leuk gevonden worden.
Tom wil aandacht.
Wat wil de kat?
Tom wil advocaat worden.
Ze wil zich alleen maar vermaken.
Wie wil er thee?
Tom wil geld.
Wie wil gaan?
Tom wil advies.
Tom wil een dessert.
Wie wil er koekjes?
Tom wil Maria vermoorden.
Tom wil hier blijven.
Wie wil er chocolademelk?
Zij wil met je praten.
Tom wil een biertje.
Zij wil beroemd worden.
Maria wil beroemd worden.
Nee betekent nee.
Mijn baby wil praten.
- Vis moet zwemmen.
- De vis wil zwemmen.
De puppy wil slapen.
Wil hij dat echt?
Hoeveel wil hij ervan?
Tom wil me ontmoeten.
Tom wil wraak.
Hij wil fruit.