Examples of using "Persuader" in a sentence and their dutch translations:
We probeerden hem te overtuigen.
Hij probeerde haar te overrhalen.
Tom is er niet in geslaagd Mary ervan te overtuigen te blijven.
Ik kon er hem niet van overtuigen dat het waar was.
Tom deed zijn best om Mary te overtuigen.
Het heeft geen zin om te proberen hem te overtuigen.
Hij probeerde haar over te halen de waarheid te vertellen, maar ze gaf geen krimp.
Tom wil me ervan overtuigen dat de Aarde plat is, maar ik kan hem niet geloven.