Examples of using "N'ai" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb geen vrienden.
Ik heb geen kinderen.
Ik heb geen geld.
Ik heb geen kind.
Ik heb geen vijanden.
- Ik heb niets gedaan.
- Ik heb niks gedaan.
Ik heb geen vrienden.
Ik heb geen geld.
Ik heb niets.
Ik heb niemand.
- Ik deed niets.
- Ik heb niks gedaan.
Ik heb geen energie vandaag.
Ik heb niet lang genoeg geslapen.
Ik heb niets te zeggen.
Ik heb geen ticket.
Ik heb geen energie vandaag.
Ik heb geen fiets.
Ik heb geen verdere vragen.
Dat heb ik nooit gezegd.
Ik heb niet echt honger.
Dat heb ik nooit gezegd!
Ik heb geen hulp nodig.
Ik heb geen bewijs.
Dat heb ik niet gezegd.
- Ik heb niet zoveel moed als jij.
- Ik heb niet zoveel moed als u.
Ik heb dat niet geschreven.
- Ik heb niet de minste twijfel.
- Ik heb geen enkele twijfel.
Ik ben niet bang.
- Ik heb geen mobiele telefoon.
- Ik heb geen mobieltje.
- Ik heb geen gsm.
Dit bewijst helemaal niets
Ik heb geen invloed.
Ik heb geen macht."
- Ik heb geen trek.
- Ik heb geen eetlust.
Ik heb geen toekomst.
Ik heb geen honger.
Ik heb geen vrienden.
- Ik ben niet slaperig.
- Ik heb geen slaap.
Ik heb nooit gerookt.
Ik heb niets verstaan!
Heb ik niet gelijk?
Ik ben niet meer bang.
Ik heb nooit gepraat.
- Ik heb niets verstaan!
- Ik heb niets begrepen.
Ik heb geen dorst.
Ik ben niet bang.
Ik heb niets gezegd.
Ik heb niets aangeraakt.
Ik heb niemand gezien.
- Ik heb niet gelogen.
- Ik loog niet.
Ik heb geen enkele twijfel.
Ik heb maar één zus.
- Ik heb maar één wens.
- Ik heb slechts één verzoek.
Ik heb geen geld.
Ik vond het niet leuk.
Ik ben het niet vergeten.
Ik heb niets gehoord.
Mijn geld is op.
Ik heb onlangs niets gegeten.
- Ik sliep niet.
- Ik heb niet geslapen.
Ik heb geen kinderen.
Ik heb geen commentaar.