Translation of "Péché" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Péché" in a sentence and their dutch translations:

J'ai péché.

Ik heb gezondigd.

Personne n'est sans péché.

Een man zonder zonde bestaat niet.

Dieu les délivra du péché.

God verloste hen van de zonde.

Pardonnez-moi, car j'ai péché.

Vergeef me, want ik heb gezondigd.

Éprouver de l'envie est un péché.

Afgunst voelen is een zonde.

Que celui qui n'a pas de péché jette la première pierre.

Moge hij die geen zonden begaan heeft de eerste steen werpen.

Nous avons une fois de plus beaucoup trop péché et bu.

We hebben weer eens gezondigd en veel te veel gedronken.

- Ne confonds pas péché et crime.
- Ne confonds pas péchés et crimes.

Verwissel zonde niet met misdaad.

Certainement, si tu agis bien, tu relèveras ton visage, et si tu agis mal, le péché se couche à la porte, et ses désirs se portent vers toi: mais toi, domine sur lui.

Is er niet, indien gij weldoet, verhoging? en zo gij niet weldoet, de zonde ligt aan de deur. Zijn begeerte is toch tot u, en gij zult over hem heersen.