1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Inquiéter

Translation of "Inquiéter" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Inquiéter" in a sentence and their dutch translations:

- Arrête de t'inquiéter.
- Arrêtez de vous inquiéter.

Maak je geen zorgen.

Vous n'avez pas à vous inquiéter de cela.

Je hoeft je geen zorgen daarover te maken.

Alors pourquoi nous inquiéter de l'histoire de notre planète

Dus waarom die zorg over de geschiedenis van onze planeet

- La confiscation de vos biens est la dernière chose dont vous devriez vous inquiéter.
- La confiscation de tes biens est la dernière chose dont tu devrais t'inquiéter.

- De verbeurdverklaring van uw vermogen is het laatste waar u zich zorgen over moet maken.
- De verbeurdverklaring van je vermogen is het laatste waar je je zorgen over moet maken.
- De verbeurdverklaring van jullie vermogen is het laatste waar jullie je zorgen over moeten maken.