Translation of "Vos" in Dutch

0.018 sec.

Examples of using "Vos" in a sentence and their dutch translations:

Et vos mains sur vos genoux.

en leg je handen in je schoot.

vos rimes et vos demi-rimes!

maar beter niet door elkaar haalt !

Sortez vos cahiers et vos stylos.

Neem jullie schriften en jullie pennen.

- Voici vos clés.
- Voilà vos clés.

Hier zijn je sleutels.

Prenez vos jambes à vos cous !

Ren!

- Oubliez vos femmes !
- Oubliez vos épouses !

Vergeet jullie vrouwen!

Vos papiers !

Uw papieren!

Afin de lâcher vos préjugés et vos hypothèses,

weg van je vooroordelen en aannames;

Connaissez vos rouges.

Weet welke situaties rood zijn.

Connaissez vos rouges,

Weet wat je rode taken zijn

Gérez vos occupations.

Omarm de drukte --

À vos ordres.

Tot uw orders.

Éteignez vos cigarettes !

Doof jullie sigaretten!

Attachez-vos ceintures !

- Doe uw veiligheidsgordels om.
- Doe je veiligheidsgordels om.

Baissez vos armes.

Leg uw wapens neer.

Séchez vos larmes !

Droog je tranen.

Posez vos crayons.

Leg je potloden neer.

Amenez vos enfants.

Neem uw kinderen mee.

Utilisez vos cerveaux !

- Gebruik je hersenen!
- Gebruik uw hersenen!
- Gebruik jullie hersenen!

Faites vos jeux !

Plaats uw inzet!

Voici vos clés.

Hier zijn je sleutels.

Aimez vos ennemis.

Heb je vijanden lief.

Videz vos sacs.

- Maak je zakken leeg.
- Maak uw zakken leeg.
- Maak jullie zakken leeg.

Payez vos secrétaires.

- Betaal je secretarissen.
- Betaal uw secretarissen.
- Betaal jullie secretarissen.

Prenez vos enfants.

Neem uw kinderen mee.

J'aime vos peintures.

Ik vind je schilderijen mooi.

Bouclez vos ceintures !

Gordel om!

Prenez vos compas !

- Pak jullie kompas!
- Neem jullie kompas!

Oubliez vos femmes !

Vergeet jullie vrouwen!

Avouez vos fautes !

Geef uw fouten toe!

Allumez vos gyrophares !

Doe uw zwaailichten aan!

Allumez vos phares !

Doe uw koplampen aan!

Arrêtez vos salamalecs !

Hou op met uw uitsloverij!

Contrôlez vos humeurs.

- Beheers je gemoedstoestand.
- Beheers uw gemoedstoestand.
- Beheers jullie gemoedstoestand.

Vos invités attendent.

- Uw gasten wachten.
- Jullie gasten wachten.

Bougez vos orteils.

Beweeg uw tenen.

- Prenez vos jambes à vos cous !
- Fuyez !
- Fuyons !
- Fuis.

- Weglopen!
- Ren weg!
- Vlucht.

Aimez vos camarades ! Aimez vos parents ! Aimez votre pays !

Heb je kameraden lief! Heb je ouders lief! Heb je vaderland lief!

- Quel âge ont vos enfants ?
- Quels âges ont vos enfants ?
- De quels âges sont vos enfants ?

Hoe oud zijn jullie kinderen?

- Montrez-moi vos papiers !
- Montre-moi tes papiers !
- Vos papiers !

Toon me je papieren!

- À vos marques, prêts, partez !
- A vos marques, prêts... partez !

- Op uw plaatsen, klaar, af!
- Op je plaats, klaar, af!

À vos marques, prêts,

Klaar voor de start...

Ils décortiquent vos actions

Ze ontleden je handelingen

Repose entre vos oreilles.

zit namelijk tussen de oren.

Retournez à vos places.

Ga terug naar uw plaatsen.

Nous accepterons vos conditions.

We zullen uw voorwaarden aanvaarden.

Obéissez à vos maîtres.

Gehoorzaam uw leraren.

Enlevez vos vêtements mouillés.

Doe uw natte kleren uit.

Où sont vos parents ?

Waar zijn jullie ouders?

Vos parents nous adoraient.

- Je ouders hielden van ons.
- Jullie ouders hielden van ons.

Veuillez retirer vos chaussures.

Doe uw schoenen uit, alstublieft.

Je comprends vos sentiments.

Ik begrijp uw gevoelens.

Vos exigences sont déraisonnables.

Uw eisen zijn onredelijk.

Vos calculs sont faux.

Uw berekeningen zijn fout.

Veuillez enlever vos chaussettes.

Doe uw kousen uit a.u.b.

Parlez à vos copains !

- Praat met uw vrienden!
- Praat met jullie vrienden!

Exprimez clairement vos pensées !

Druk uw gedachten duidelijk uit.

Sont-elles vos filles?

- Zijn dat uw dochters?
- Zijn dat jouw dochters?
- Zijn dat jullie dochters?

Où sont vos oncles ?

- Waar zijn jouw ooms?
- Waar zijn jullie ooms?
- Waar zijn uw ooms?

D'où viennent vos ancêtres ?

Waar komen uw voorouders vandaan?

Pensez à vos enfants !

- Denk aan uw kinderen!
- Denk aan jullie kinderen!

Restez sur vos gardes.

Blijf alert.

Montrez-moi vos poches.

- Laat me uw zakken zien.
- Laat me jullie zakken zien.
- Toon me jullie zakken.
- Toon me uw zakken.

- Merci beaucoup pour vos efforts.
- Un grand merci pour vos efforts.

Enorm bedankt voor uw moeite.

- Arrête ton cirque !
- Arrêtez vos conneries !
- Arrête tes âneries !
- Arrêtez vos âneries !
- Cesse tes imbécillités !
- Cessez vos imbécillités !

Hou op met die onzin!

- Comment vont vos parents ?
- Comment vont tes parents ?
- Comment vont vos parents ?

Hoe gaat het met je ouders?

- Respectez vos aînés.
- Respectez vos aînées.
- Respecte tes aînés.
- Respecte tes aînées.

- Respecteer je ouders.
- Respecteer uw ouders.
- Respecteer jullie ouders.

- J'aime vos souliers.
- J'aime tes souliers.
- J'aime vos chaussures.
- J'aime tes chaussures.

Ik hou van jullie schoenen.

- Ce ne sont pas vos affaires.
- Ce ne sont pas vos oignons.

- Dit zijn uw zaken niet.
- Dat zijn jouw zaken niet.

- Retire tes vêtements !
- Retirez vos vêtements !
- Ôte tes vêtements !
- Ôtez vos vêtements !

- Kleed je uit!
- Trek je kleren uit.

- Veuillez retirer vos chaussettes.
- Retire tes chaussettes, s'il te plait.
- Retirez vos chaussettes, je vous prie.
- Veuillez enlever vos chaussettes.

Doe uw kousen uit a.u.b.

Vous pouvez fermer vos yeux

Doe langzaam je ogen dicht

Grâce à vos bons choix,

Je hebt goede beslissingen genomen...

Vous connaissez vos super-pouvoirs.

Jullie kennen jullie superkrachten.

Ne m'imposez pas vos opinions.

Dring uw opinies niet aan mij op.

Puis-je utiliser vos toilettes ?

Mag ik van uw wc gebruikmaken?

À vos marques, prêts, partez !