Examples of using "Arrêtez" in a sentence and their dutch translations:
- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Laat dat!
Hou ermee op!
Stop.
Hou daarmee op!
Stop de achtervolging!
Stop.
- Hou daarmee op.
- Hou ermee op.
- Stop ermee.
Ten eerste: Stop.
Stop met lachen!
Stop met roddelen.
Stop de trein.
Stop met rennen!
Stop met roken!
Stop met liegen.
Stop de auto!
- Stop met hem lastig te vallen!
- Stop met haar lastig te vallen!
- Hou op met schreeuwen!
- Stop met schreeuwen!
Hou op met uw uitsloverij!
- Stop met fluiten!
- Hou op met fluiten!
- Stop!
- Hou op!
- Hou daarmee op!
- Hou ermee op!
- Stop daarmee!
- Wees niet zo naïef.
- Stop ermee zo naïef te zijn.
- Hou op!
- Hou daarmee op!
- Stop haar!
- Hou haar tegen!
Stop daar onmiddellijk mee!
Hou ze tegen.
Stop met kibbelen.
Stop met vechten!
- Niet stoppen.
- Stop niet.
- Niet ophouden.
Praat stiller.
Stop op de hoek.
- Hou hem tegen!
- Stop hem!
Stop hen!
- Stop met klappen.
- Hou op met klappen.
Stop met studeren!
- Stop met huilen.
- Stop met huilen!
- Stop!
- Halt!
- Blijf stilstaan!
Hou op met zeuren!
Stop met gokken.
Stop met roepen!
Stop met filmen.
Stop met lezen.
Stop met schreeuwen.
- Stop hier.
- Blijf hier staan.
- Hou die auto tegen!
- Stop de auto!
Stop. Dat kietelt.
Stop met schieten.
Stop met liegen.
Stop met dromen.
Stop met lachen!
Hou op met rond de pot te draaien.
- Laat me met rust.
- Stop met me lastig te vallen.
Stop de tijd!
Stop de trein.
Stop met schreeuwen.
Stop met rennen!
- Stop met neuriën.
- Hou op met neuriën.
Stop met roken!
Hou op met mompelen.
Hou op met fluiten!
Blijf klimmen.
- Stop met vragen!
- Hou op met vragen!
- Stop met spugen!
- Stop met spuwen!
Stop met kletsen.
Stop nu!
- Stop met spugen!
- Stop met spuwen!
Stop met klagen.
Stop met ruziemaken.
Maak je geen zorgen.
Stop. Ik wil het niet.
Hou op met die onzin!
- Hou op met me te volgen.
- Stop met me te volgen.
- Laat me met rust.
- Stop met me lastig te vallen.
Stop met staren.
Stop bij de kiosk om een krant te kopen.
Stop met praten en luister naar de muziek.
- Je moet onmiddellijk ophouden!
- Stop daar onmiddellijk mee!
Hou onmiddellijk op.
Stop met praten over werk!
- Stop!
- Hou op!
- Halt!
- Blijf stilstaan!
Halt!
Ga aan de kant!
Stop met me te bijten.
- Stop, alstublieft.
- Hou alsjeblieft op.
Hou op met schreeuwen!
Hé, jongens, stop met vechten. Kom op, ga uit elkaar!
Stop met lachen!
Draai er niet omheen.
- Stop met duwen.
- Hou op met duwen.
Stop met het stelen van mijn zinnen.
Stop met schreeuwen.