Examples of using "Vencer" in a sentence and their dutch translations:
We moeten winnen.
Ik zal winnen.
We kunnen deze oorlog winnen.
Ik wil winnen.
Nu moeten we winnen of sterven.
Tom zal niet moeilijk zijn om te verslaan.
Welk team zal winnen?
Ze hielp hem zijn slechte humeur te overwinnen.
Ze kunnen hun angst overwinnen.
Het is mogelijk elke veldslag te winnen en toch de oorlog te verliezen.
Het belangrijkste bij de Olympische Spelen is niet winnen maar meedoen.
Ik weet zeker dat ons team zal winnen.
Mijn wens is om deze berg te bedwingen.
Zelfs een goede computer kan van u niet winnen met schaak.
Het belangrijkst bij de Olympische Spelen is niet de overwinning, maar de deelname, zoals ook in het leven niet de overwinning, maar het streven naar een doel het belangrijkst is. Het belangrijkst is niet, om veroverd te hebben, maar om goed gevochten te hebben.