Examples of using "Essa" in a sentence and their dutch translations:
Moet je die rook zien.
Ik hou van dit liedje.
- Jakkes!
- Bah!
Ik haat deze school.
Ik hou van deze stad.
Zet nu die tv uit!
Hij verzon dat verhaal.
Houd je mond.
- Dat was op het nippertje.
- Dat scheelde niet veel.
Dat was goed.
- Dat is Copacabana!
- Dit is Copacabana!
Ik zal deze namiddag bezet zijn.
Die vraag verwachtte ik niet.
Kom niet met dat idee. Dat is niet de bedoeling.
- Het is een gênante vraag.
- Het is een beschamende vraag.
Dat meisje is heel knap.
Dat is een goede reden.
Ik zing dat liedje liever niet.
Dat was niet de bedoeling!
Wij horen bij die zoektocht.
Trek zo geen gezicht.
Ik steun dit idee.
Laat dat kopje niet vallen.
Deze taak is moeilijk.
Hou je grote bek!
Trek zo geen gezicht!
De vraag is dit.
Dat is mijn huis.
Deze appel is zuur.
Wat kost deze stropdas?
Deze tafel is zwaar.
Welke fabriek was het?
Deze boom is lang.
Deze tafel is wit.
Het spookt in dat huis.
Ik heb besloten dat voorstel te aanvaarden.
- Dat moest ík zeggen!
- Dat was mijn zin!
- De helft hiervan is van jou.
- De helft hiervan is van u.
Deze grap is antiek!
Die ziekte is onbehandelbaar.
Die muur is koud.
- Deze zin is verkeerd.
- Deze zin is onjuist.
- Deze zin is fout.
Tom houdt van dat lied.
Dit vlees ruikt vies.
Dit bedrag is inclusief belasting.
Mag ik deze sinaasappel?
Die idee is omstreden.
Is dit water drinkbaar?
Ik ben naar die band aan het luisteren.
Deze gedachte is belachelijk.
- Luister naar die prachtige wals.
- Luister naar die mooie wals.
Hoeveel kost die lamp?
Kan ik die sinaasappel eten?
Ken je dat lied?
Dat is een idee.
Zet nu die tv uit!
Het was die nacht bewolkt.
Dat is de sleutel.
Dat touw is sterk.
Vertaal deze zin in het Engels.
Deze fabriek produceert auto-onderdelen.
Tom gebruikt dat woord veel.
Wat betekent dit teken?
Die straat was zeer lawaaierig.
Dat is onze school.
Dat scheelde maar een haartje!
Dat is geen slecht idee.
Wiens idee was het?
De nacht was zo koud.
Dit is ook een appel.
Dit raam wil niet dicht.
Dat is interessante informatie.
Deze pop heeft grote ogen.
Deze appel is erg rood.
Wiens handschrift is dit?
Die deur leidt naar de tuin.
Hoe oud is die kerk?
Deze winkel opent om 8:00.
Hoeveel lettergrepen heeft dit woord?
Dat was niet de bedoeling!
Van wie is deze pen?
Dat is een goed idee.
- Op dat overhemd zit bloed.
- Er zit bloed op dat overhemd.
U kunt deze pen gebruiken.
Dit woord komt uit het Grieks.
- Ik heb die deur niet van het slot gedaan.
- Ik heb die deur niet opengemaakt.
Hoeveel kost die mountainbike?
Dat moest ík zeggen!