Examples of using "Quero" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil het.
Ik wil deze.
Ik wil ijs.
Ik wil jou.
Ik wil er eentje!
- Ik wil water.
- Ik wil wat water.
Ik wil blijven.
Ik wil winnen.
Ik wil werken.
Ik wil eten.
Ik wil slapen.
Ik wil dit.
Ik wil deze.
Ik wil die daar.
Ik wil niets.
Ik wil niet spelen.
- Ik wil jullie niet.
- Ik wil je niet.
Ik wil de mijne.
Ik wil het niet.
Ik wil afvallen.
Ik wil hier niet rondhangen. Ik wil naar beneden.
- Ik wil u terugzien.
- Ik wil je weer zien.
- Ik wil u weer zien.
- Ik wil jullie weer zien.
- Ik wil je terugzien.
Ik wil bekennen.
- Ik wil er rijk uitzien.
- Ik wil rijk overkomen.
Ik wil ze niet.
Ik wil rijk zijn.
Ik wil dansen.
Ik wil water.
Ik wil dat proberen.
Ik wil geld.
- Ik wil er één!
- Ik wil er eentje!
Ik wil gaan.
Ik wil het weten.
Ik wil wat aardappelen.
Ik wil rijden.
Ik wil kopen.
Ik wil alles.
Ik wil koffie.
Ik wil niets.
Ik wil werken.
Ik wil slapen.
Ik wil eten.
Ik wil het.
- Ik wil bekennen.
- Ik wil biechten.
- Ik wil niet teruggaan.
- Ik wil daar niet terug naartoe.
- Ik wil niet meer terug.
Ik wil een boek.
Ik wil niet opgeven.
Ik wil een mp3-speler.
- Ik wil alleen maar helpen.
- Ik wil gewoon helpen.
Ik wil het zien.
Ik wil Maria.
Ik wil een pony.
Ik wil vrij zijn.
Ik wil Hebreeuws leren.
Ik wil Frans kunnen spreken.
Ik wil je bezoeken.
Ik wil niet spelen.
Ik wil je zoenen.
Ik wil Duits spreken.
Ik wil naar het buitenland.
Ik wil niet meer.
- Ik wil niet rijden.
- Ik heb geen zin om te rijden.
Ik wil een mes.
Ik wil Duits studeren.
Ik wil Tom.
Ik wil dit woordenboek.
Ik wil dat vergeten.
Ik wil een gitaar.
Ik wil die handtas.
Ik wil met je meegaan.
Ik wil trouwen.
Ik wil niet tv kijken.
Ik wil een liedje zingen.