Examples of using "Time" in a sentence and their dutch translations:
Welk team zal winnen?
Ons team heeft verloren.
Onze ploeg is aan het winnen.
- Welk team is het onze?
- Welk team is van ons?
Ons team is klaar.
Ons team heeft gisteren gewonnen.
Ons team heeft de wedstrijd gewonnen.
Tom leidt het voetbalteam.
Welk team zal de wedstrijd winnen?
Ik ben lid van het basketbalteam.
Juist zoals Max het voorspeld had, heeft ons team verloren.
Ons team heeft gisteren gewonnen.
Ons team heeft alle wedstrijden verloren.
Tom is ook een deel van het team!
Dit is mijn teamgenoot, Donnavan.
Eric speelt in onze voetbalploeg.
Het maakt niet uit welk team de wedstrijd wint.
Onze honkbalploeg is erg sterk.
George is onze teamleider.
We hebben Tom verkozen tot de aanvoerder van het team.
De verliezende ploeg verliet langzaam het veld.
Onze honkbalploeg is erg sterk.
- Tom wordt misschien lid van ons team.
- Tom wordt misschien lid van onze ploeg.
Ik denk dat het team tot meer in staat is.
Elke speler in het team heeft zijn eigen knuppel.
Tom is de kapitein van de voetbalploeg.
- Tom is het allernieuwste lid van onze ploeg.
- Tom is het nieuwste lid van onze ploeg.
Ajax Amsterdam is de meest bekende voetbalclub van Nederland.
Ons team heeft verloren.
Jouw team is sterker dan het onze.
Tom is de beste speler van het team.
Zijn favoriete honkbalteam is de Giants, maar hij houdt ook van de Lions.
Ik weet zeker dat ons team zal winnen.