Examples of using "Madrid" in a sentence and their dutch translations:
Madrid, de hoofdstad van Spanje, is een prachtige stad.
Madrid is de hoofdstad van Spanje en bovendien de belangrijkste stad.
Madrid Street is een straat in Belfast die abrupt eindigt bij de Berlijnse Muur. Die muur is ruim zeven meter hoog en opgetrokken uit baksteen, ijzer en staal, met bovenop scherpe punten en prikkeldraad.