Examples of using "Muro" in a sentence and their dutch translations:
- De auto crashte tegen de muur.
- De auto reed tegen de muur.
- De auto botste tegen de muur.
Meneer Gorbatsjov, haal deze muur neer!
De muur staat vol met graffiti.
De stenen van de muren beginnen los te gaan.
- Waarom bouw je hier een muur?
- Waarom bouw je een muur hier?
De muur is twee meter dik.
Madrid Street is een straat in Belfast die abrupt eindigt bij de Berlijnse Muur. Die muur is ruim zeven meter hoog en opgetrokken uit baksteen, ijzer en staal, met bovenop scherpe punten en prikkeldraad.