Translation of "Num" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Num" in a sentence and their dutch translations:

- Vive num apartamento.
- Mora num apartamento.

Hij woont in een appartement.

- Estou num bote.
- Estou num barco.

- Ik ben in een boot.
- Ik zit op een schip.
- Ik zit op een boot.

- Vivo num apartamento.
- Eu vivo num apartamento.
- Eu moro num apartamento.

Ik woon in een appartement.

- Vivo num apartamento.
- Eu vivo num apartamento.

Ik woon in een appartement.

- Ponha tudo num táxi.
- Põe tudo num táxi.

Steek alles in een taxi.

Irei num minuto.

Ik vertrek over een minuut.

- A casa ruiu num terremoto.
- A casa desmoronou num terremoto.

Het huis stortte in bij een aardbeving.

num movimento muito rápido,

...in een snelle beweging...

Tom mora num cortiço.

- Tom woont in een sloppenwijk.
- Tom woont in een krottenwijk.

Ele trabalha num banco.

Hij werkt bij een bank.

Eu trabalho num banco.

Ik werk bij een bank.

Tom trabalhava num hospital.

Tom werkte in een ziekenhuis.

Tom cresceu num orfanato.

Tom is in een weeshuis opgegroeid.

- Ele partiu num piscar de olhos.
- Ele saiu num piscar de olhos.

In een oogwenk was hij vertrokken.

Entramos num mundo completamente diferente.

Je stapt in een compleet andere wereld.

A partida resultou num empate.

De wedstrijd eindigde in een gelijkspel.

Meu irmão trabalha num banco.

Mijn broer werkt bij een bank.

Ele mora sozinho num apartamento.

Hij woont alleen, in een appartement.

O caçador atirou num urso.

De jager schoot een beer neer.

Ele mora num quarto alugado.

Hij woont op kamers.

Eu moro num balde gigante.

Ik woon in een gigantische emmer.

Tom dormiu num colchão inflável.

- Tom sliep op de luchtmatras.
- Tom sliep op een luchtbed.

Li esta história num livro.

Ik heb dit verhaal in een boek gelezen.

Ainda nunca entrei num avião.

Ik heb nog nooit op een vliegtuig gezeten.

Uma tempestade num copo d'água.

Het is een storm in een glas water.

Você já esteve num helicóptero?

Ben je ooit in een helikopter geweest?

Eu o conheci num bar.

Ik heb hem in een café leren kennen.

Conheci um lobo num sonho.

Ik ontmoette een wolf in een droom.

Ela morreu num acidente aéreo.

Ze is omgekomen bij een vliegtuigongeluk.

- Meu irmão mora num pequeno vilarejo.
- O meu irmão mora num pequeno vilarejo.

Mijn broer woont in een klein dorpje.

- Ele leu o livro num só dia.
- Ela leu o livro num só dia.

- Hij heeft het boek in een dag uitgelezen.
- Zij heeft het boek in een dag uitgelezen.

Em que ficamos parados num sítio.

We blijven op één plek.

Tem algo por baixo, num cabo.

Hij heeft iets aan een lange kabel.

... num momento de magia raramente visto.

...in een zeldzaam en magisch moment.

Sentamo-nos num banco no parque.

We zaten op een bank in het park.

Meu irmão mora num pequeno vilarejo.

Mijn broer woont in een klein dorpje.

Queremos passar férias num lugar tranquilo.

We willen de vakantie op een rustige plek doorbrengen.

Ele vive num mundo de fantasia.

Hij leeft in een droomwereld.

Ele mora num bairro muito aprazível.

Hij woont in een heel prettige buurt.

Tom trabalha num hospital aqui perto.

- Tom werkt in een dichtbij hospitaal.
- Tom werkt in een ziekenhuis hier vlakbij.

Ele foi morto num acidente automobilístico.

Hij kwam om het leven bij een verkeersongeluk.

Fui criado num orfanato em Boston.

Ik werd in een weeshuis in Boston opgevoed.

Você já teve enjoo num trem?

Ben je ooit misselijk geweest in een trein?

- Tire o seu chapéu ao entrar num templo.
- Tira o teu chapéu ao entrar num templo.

Doe je hoed af wanneer je een tempel betreedt.

A vida num oásis urbano tem limites.

Het leven in een stedelijke oase heeft grenzen.

Se nos distrairmos, perdemo-nos num instante.

Als je je oog niet op de bal houdt, raak je snel verdwaald.

Colocou sua refeição num saco de papel.

Hij stak zijn maaltijd in een papieren zak.

Ela se machucou num acidente de carro.

Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.

Eu não gostaria de trabalhar num hospital.

- Ik zou niet in een ziekenhuis willen werken.
- Ik zou niet graag in een ziekenhuis werken.

O Natal cai num domingo este ano.

Kerstmis valt dit jaar op zondag.

Ele leu o livro num só dia.

Hij heeft het boek in een dag uitgelezen.

Deposite o dinheiro num banco, por favor.

Stort het geld in een bank a.u.b.

Estimamos o dano num milhar de dólares.

We schatten de schade op duizend dollar.

Ela leu o livro num só dia.

Zij heeft het boek in een dag uitgelezen.

Esses problemas serão resolvidos num futuro próximo.

Die problemen zullen in de nabije toekomst opgelost worden.

Ele entrou num supermercado pra comprar comida.

Hij ging een winkel binnen om voedsel te kopen.

Ele tomou a cerveja num só gole.

Hij dronk het bier ad fundum.

- Eu não esperava encontrar-te num lugar como este.
- Eu não esperava encontrá-lo num lugar como este.

Ik had niet verwacht, je op een plek als deze te zien.

Foi tudo enquanto... E num momento muito difícil.

Het was tijdens een lastig moment.

É lindo entrar num banco com uma .45.

Het is prachtig om een bank in te gaan met een .45.

Perdi a minha esposa num acidente de trânsito.

Ik heb mijn vrouw verloren in een verkeersongeval.

Estava deitado num sofá com os olhos fechados.

Hij lag op een sofa met gesloten ogen.

Meu irmão está trabalhando num posto de gasolina.

Mijn broer werkt in een benzinestation.

Tire o seu chapéu ao entrar num templo.

Doe je hoed af wanneer je een tempel betreedt.

Ela perdeu a vida num acidente de avião.

Ze is omgekomen bij een vliegtuigongeluk.

O meu sonho é viajar num vaivém espacial.

Mijn droom is om in een spaceshuttle te reizen.

Eu não posso comer num restaurante tão caro.

- Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
- Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten.

Meu irmão se feriu num acidente de carro.

Mijn broer werd gewond tijdens het auto-ongeval.

Ele nasceu num castelo que não existe mais.

Hij was geboren in een thans niet meer bestaand kasteel.

O que você está fazendo num frio desses?

Wat doe je op zo'n koude plek?

Um homem chamado George estava hospedado num hotel.

Een man genaamd George verbleef in een hotel.

Estes problemas resolver-se-ão num futuro próximo.

Deze problemen zullen in de nabije toekomst worden opgelost.

Seu marido morreu num trágico acidente de carro.

Haar man is in een tragisch auto-ongeval om het leven gekomen.

A pizza foi assada num forno a lenha.

De pizza werd in een houtoven gebakken.

Pões a mão num torno, apertas e depois aqueces.

Stop je hand in een bankschroef, draai hem aan, en verhit hem erna.

Só de tocar num destes animais, sem te picares,

Zelfs als je een van deze dieren aanraakt zonder jezelf te prikken...

E ir aumentando a temperatura como num banho quente

...en de hitte langzaam op te bouwen als een bad...

Este herbívoro transforma-se num dos animais mais perigosos,

...verandert deze grazer in een van de meest gevaarlijke dieren op aarde.