Examples of using "Convencê" in a sentence and their dutch translations:
Waarmee kan ik je overtuigen?
We hebben hem niet kunnen overtuigen.
Ik probeerde hem tevergeefs te overtuigen.
Het was niet makkelijk om hem te overtuigen.
We probeerden hem te overtuigen.
Ik kon er hem niet van overtuigen dat het waar was.
Ik denk dat het geen zin heeft om haar te proberen te overtuigen.