Examples of using "Foi" in a sentence and their dutch translations:
Het was ondraaglijk.
Tom werd ontslagen.
Het was echt slecht.
Dit was jouw idee, nietwaar?
Dat scheelde weinig.
werd gemotiveerd.
Was het interessant?
Het was saai.
Het viel tegen.
Het was fantastisch.
Het was heel grappig.
Het was magisch.
Het was slechter.
Was het leuk?
- Hoe is het gegaan?
- Hoe ging het?
- Hoe is het afgelopen?
Mijn fout!
- Het was verschrikkelijk!
- Het was vreselijk!
Dit was niet een slecht idee, we hadden gewoon pech.
- Dat was onverwacht.
- Dat kwam onverwacht.
- Dat was echt ongelooflijk.
- Dat was echt ongelofelijk.
Het was niet persoonlijk.
Dit was mijn fout.
De wetgeving werd gewijzigd.
- Ik zei dat alleen maar om te lachen.
- Het was maar een grapje.
Het was echt interessant.
Hoe was uw reis?
- Hij ging naar de winkel.
- Zij ging naar de winkel.
Het was een wijs besluit.
Hij werd levend begraven.
Ben je ooit getrouwd?
- Dat is altijd zo geweest.
- Zo is dit altijd geweest.
Dat was echt eng.
Het was maar een kus.
Hoe is je examen gegaan?
- De software is geüpdatet.
- De software is bijgewerkt.
De foto was vervalst.
Het was een uitstekende wedstrijd.
Wie heeft er gebeld?
Dat scheelde maar weinig.
Maar het was zo.
Godwinson gedood.
Hij was burgemeester.
Ze is vergiftigd.
Ze kreeg promotie.
Tom werd gecremeerd.
Tom werd gecremeerd.
Tom werd geschorst.
Tom is geadopteerd.
Het was erg pijnlijk.
Dat was mijn vinger.
- Tom werd vermoord.
- Tom is vermoord.
Dat was dapper!
- Tom werd gearresteerd.
- Tom is gearresteerd.
Wanneer was dat?
- Is Tom vermoord?
- Werd Tom vermoord?
Het was makkelijk.
Tom is weg.
Het was uiterst gênant.
Tom is geschorst.
- Dat was op het nippertje.
- Dat scheelde niet veel.
Tom is gaan skiën.
Dat was te veel.
Het was te makkelijk.
Dat was heel plezant.
- Tom was ontslagen.
- Tom werd ontslagen.
Gisteren was het zondag.
Zij is niet komen opdagen.
Dat was goed.
Het was mijn idee.
Tom was oprecht.
Het was niet grappig.
Dat was waanzin.
- Dat was best cool.
- Dat was best te gek.
- Dat was best gaaf.
Het was heel raar.
Dat was vernietigd.
Dat was iets anders.
Tom was snel.
Tom werd gewurgd.
Niets was grappig.
Er is iemand vermoord.
Dat was riskant.
Het was best cool.
- Dat was vreemd.
- Dat was raar.
- Dat was gênant.
Wanneer is het gebouwd?
Wanneer ben je gegaan?
Ging Cathy ook?
Het werd niet gevonden.
- Niemand is ernaartoe gegaan.
- Niemand ging ernaartoe.
Tom is geëxecuteerd.
Tom was vernederd.
Het was nog erger vandaag.