Translation of "Qu’un" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Qu’un" in a sentence and their dutch translations:

T’es qu’un menteur !

Tom, jij leugenaar!

Tout ce qui existe en ce monde n’est qu’un rêve.

Al wat op deze wereld bestaat, is niets meer dan een droom.

Tu ne dois lui donner qu’un petit coup de main.

- Ge moet hem maar een klein beetje helpen.
- Je moet hem maar een klein beetje helpen.

- Il paraît qu’un bon pâtissier a ouvert pas loin de la gare.
- Il paraît qu’un bon pâtissier a ouvert pas loin du métro.

Ik hoor dat er in de buurt van het station een lekkere banketbakker is geopend.