Examples of using "Donner" in a sentence and their dutch translations:
- Wat kan je mij geven?
- Wat kunt u mij geven?
Ik zou je graag iets willen geven.
- Ik ga je nog een kans geven.
- Ik ga je een extra kans geven.
- Ik ga je nogmaals een kans geven.
Ik kan het jullie niet geven.
- Ik ga je een extra kans geven.
- Ik ga je nogmaals een kans geven.
laat ik u dan één goede raad geven.
Ik wil je iets geven.
Kun je een paar voorbeelden geven?
Geven is goddelijk, krijgen is menselijk.
Ik moet het aan hem geven.
Ik geef jullie drie tips.
- Ze zullen me een schatting geven.
- Ze gaan me een kostenraming geven.
- Kom naar hier en help mee.
- Kom en help een handje.
Ik zal je het boek geven.
Kan ik uw nummer hebben?
Kun je ons een voorbeeld geven?
Hij weigerde hen de informatie te geven.
- Waarom moet ik dit aan je geven?
- Waarom moet ik dit aan jou geven?
- Kun je me je telefoonnummer geven?
- Kan je mij je telefoonnummer geven?
Ik wil een plant aan mama geven.
Hij weigerde hen de informatie te geven.
- U kunt mij niet commanderen.
- U kunt me geen enkel bevel geven.
Ik ben vandaag bloed wezen geven.
- Kan je me wat geld geven?
- Kan jij mij wat geld geven?
- Kan je mij wat geld geven?
Mag ik u een vriendelijke raad geven?
- Ik ga je een extra kans geven.
- Ik ga je nogmaals een kans geven.
Een spiering uitgooien om een snoek te vangen.
Wij moeten Tom een kans geven.
Maria gaat je nog een kans geven.
Liefde is geven wat men niet heeft.
Kunt u mij een schatting geven van het aantal?
Kun je ons een voorproefje geven?
- Kunnen wij een handje helpen?
- Kunnen we helpen?
- Ik ga je nog een kans geven.
- Ik ga je een extra kans geven.
- Ik ga je nogmaals een kans geven.
Je mag het boek geven aan wie het maar wil.
Kan je me een voorbeeld geven?
Ik kan je iets geven tegen de pijn.
dan de overheid verder excuus te geven
Ik hoop dat ik je iets kan geven.
- Kunt ge mij uw gsm-nummer geven?
- Kun je mij je mobiele nummer geven?
- Ik geef graag geschenken.
- Ik geef graag cadeaus.
- Kun je me je telefoonnummer geven?
- Kan je mij je telefoonnummer geven?
De kans op een positief antwoord
Zelfs simpele paardenbloemen kunnen een fraaie foto opleveren.
Het was niet mijn bedoeling om je die indruk te geven.
Dat is een opdracht die ik niet kan geven.
Vertel me alsjeblieft je naam.
Ik kan u iets geven tegen de pijn.
Ik zal u mij niet langer orders laten geven.
Wie vlug geeft, geeft dubbel.
Ik kan je iets geven tegen de pijn.
- Ik geef liever cadeaus dan dat ik ze ontvang.
- Ik geef liever geschenken dan dat ik ze ontvang.
De tolk probeert zoveel mogelijk details en informatie te geven.
We kunnen meer tijd investeren in gerechtigheid,
Laat me je tonen hoe dit in zijn werk gaat.
Ik kreeg zo veel van de natuur en nu kon ik zelf geven.
Hem raad geven is als tegen de muren spreken.
Ik kan je geen datum geven wanneer het zal stoppen
Kun je een paar voorbeelden geven?
Ik vind dat je Tom een kans zou moeten geven.
Ik geef graag wat meer informatie over progeria.
Laat me weten of je het aan hem zal geven of niet.
- Ge moet hem maar een klein beetje helpen.
- Je moet hem maar een klein beetje helpen.
Sami wilde zijn zoon naar hem vernoemen: Sami Bakir II.
Kom me helpen.
Ik probeerde haar geld te geven, maar ze weigerde dat.
U kunt het allemaal aan Tom geven, als u wilt.
Kun je het aan mij geven?
Ik geef je vijf dollar.
Is er iets dat je me zou kunnen geven dat ik nog niet heb?
Ik zal hun eten geven.
Hij stuurde het om Thormod zijn wens te vervullen, dat hij zich bij Olav kon voegen.
Kan je me een voorbeeld geven?
Ik kan niet geloven dat je al je geld gaat weggeven.
Ik wou dat ik maar meer geld kon geven.
Wat je ook doet, doe je best.