Examples of using "Mai" in a sentence and their dutch translations:
Eind mei 1815.
Mei komt na april.
Dat was op de eerste mei.
Regent het in mei, dan is april voorbij.
Zijn verjaardag is op vijf mei.
Ik denk dat deze foto in mei genomen is.
Het is mei en de jongen zijn nu vier maanden oud.
Ik werd op een mooie dag in mei in Mexico geboren.
Ik zal dat werk over een week klaar hebben, dus op 5 mei.
De drie vrienden gingen in de meivakantie naar België.
Of de geruchten nu ernstig waren of niet, in mei verrasten
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.
De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december.
De Internationale Werkgroep voor het bevorderen van het onderwijs van Esperanto op school werd opgericht in mei 2006.
Vanaf 1 mei 2019 zal er in Japan een nieuwe tijdrekening beginnen ten gevolge van het aftreden van de Heisei-keizer ten gunste van zijn zoon.
Vanaf 1 mei 2019 zal er in Japan een nieuwe tijdrekening beginnen ten gevolge van het aftreden van de Heisei-keizer ten gunste van zijn zoon.